Het was toch een gewaagde onderneming waarvan je maar moest afwachten wat het zou brengen. Wat zou de reactie van het publiek zijn als het allemaal anders was verlopen? Doorslaggevend is ook de mening van oppervoorzanger Maroko geweest. Hij was van mening dat het koor een goed figuur zou slaan.
Een citaat: “Zijn voorspelling is gebleken juist te zijn geweest. In betrekkelijk korten tijd heeft 't Koor een hoogen vlucht genomen en zijn reputatie gevestigd, 't Is nog niet zoo lang geleden, dat vele Synagogebezoekers liever niet dan wel een koor hoorden. En thans wordt zijn medewerking door autoriteiten en publiek op hoogen prijs gesteld. Bijna geen godsd. plechtigheid hier te lande, of ze wordt door het Koor, geheel of gedeeltelijk, opgeluisterd.
Deze vooruitgang is voor een groot deel het werk van den eminenten Directeur, den heer Englander, door wiens buitengewone prestaties en onvermoeiden arbeid het Koor den besten religieusen zangvereenigingen hier te lande en elders naar de kroon steekt. (Krachtig applaus). De heer Englander beschikt over de zeldzame gave, om zijn mannen te bezielen en ze het beste te doen geven, waartoe hun stemmateriaal hen in staat stelt. Hij volgt geheel het voorbeeld van zijn bekwamen meester, den heer Roeske, ook door de wijze, waarop hij zijn composities kiest en waardoor telkens weer zijn goede smaak uitkomt.” (Bron: het NIW van 29-06-1928)
Daarmee is de aandacht voor het succes nog niet ten einde. Samuel schrijft een ingezonden brief. Hij vraagt speciale aandacht voor het volgende:
“Mijnheer de Redacteur.
Ondergeteekende verzoekt U beleefd plaatsing voor onderstaande regelen, waarvoor bij voorbaat mijn dank. Behalve de in het verslag van de huldiging Koor Gr. Syn. genoemde voorzangers, was ook aanwezig de heer J. Veldman, voorzanger der Rapenburgerstraat-Synagoge. De heer Veldman verdient wel een bijzondere vermelding en is door het Koorbestuur uitgenoodigd, omdat, waar hij toch in Londen was voor het opdoen van indrukken bij het festival, zich gedurende dien tijd, als een echt vriend van ons Koor gedragen heeft en daarbij, ons het groote genot heeft verschaft, om den heer Schlesinger te bewegen, naar Londen te komen, daar er tuschen de heer Schlesinger en mij toch een sterke vriendschapsband bestaat. De tegenwoordigheid van de heer Schlesinger, ons bereid door den heer Veldman, zette veel luister bij aan ons verblijf in het buitenland. Van af deze plaats bedank ik den heer Veldman nogmaals hiervoor, ook uit naam van mijn koristen.
Hoogachtend, S. H. ENGLANDER.”
(BRON: het NIW van 06-07-1928)
Ik heb deze brief integraal overgenomen, aangezien het een van de weinige bronnen is waarin Samuel zelf spreekt. Ook het feit dat de heer Schlesinger in Londen aanwezig is geweest, is mijns inziens van belang. Van hem kreeg hij tenslotte zijn ‘eerste muzikale opvoeding’.