Werd het Koor wel genoeg gewaardeerd?
Kijkend naar de verhalen die ik heb gevonden, de berichten over Samuel Englander die alom wordt geroemd als een meer dan competente koorleider. Daarbij de lof voor zijn zangers zoals beschreven in de vele recensies. Maar dan heb ik het vooral over de recensies aangaande hun optreden buiten de synagoge. Maar hoe hoog stond het Koor eigenlijk aangeschreven als synagogaal koor. Dat valt niet mee om daar een goed oordeel over te hebben. Niet heel veel mensen hebben verteld over hun ervaringen met het Koor tijdens de synagogale diensten. Waardering was er zeker, maar zelden werd ie opgeschreven. Bijzondere bronnen in deze zijn de twee artikelen in het NIW van de hand van Leo Hoost. Hij heeft zich ondermeer gebaseerd op gesprekken met Louis (Lou) Nieweg en zijn op papier gezette verhaal. Lou Nieweg was de enige overlevende van het Koor. Zijn typoscript van het verhaal ligt bij het JHM.
Het eerste artikel van Leo Hoost is in feite een korte biografische schets met een overzicht van de koren die Samuel heeft geleid. Maar interessant is ook een weergave van de manier waarop Samuel repeteerde met zijn synagogaal koor: “Sam Englander repeteerde elke woensdagavond met zijn Synagogaal mannenkoor, dat bestond uit 3 eerste en 2 tweede tenoren, 3 bassen en 2 baritons, van acht uur tot halftien in een schoollokaal aan het J. D. Meijerplein. Er hoefde nooit een berisping te worden uitgedeeld wegens niet verschijnen van een der koorleden. ledereen was er altijd, men voelde zich als één vriendenkring.
De meesten konden geen muziek lezen, men onthield zijn partij via het voorzingen en voorspelen van Englander die zeer redelijk met de piano overweg kon. Sam Englander was als koordirigent een streng perfectionist, maar ook een pedagoog die het desnoods klaarspeelde om in één repetitie zijn koor op peil te brengen voor een chazzan-proefdienst. Anderzijds werden voor een nieuw werk soms wel 8 tot 10 repetities besteed aan muzikale afwerking. Bovendien betekende elke koorrepetitie dat de leden van het synagogaal koor door hem stemtechnisch (ademhalingstechniek, stemkleur enzovoorts) uitstekend geschoold werden.
Hij had op zijn koorleden steeds een spontaan en graag aanvaard overwicht, hoewel hij als muzikaal geïnspireerd mens ook wel eens impulsief uit de hoek kon komen. Zo herinnert Louis Nieweg zich dat Englander plotseling de partij van een der zangers wegritste en op de grond liet vallen, toen deze medewerker onvoldoende op zijn aanwijzingen lette.” (Bron: het NIW van 19-12-1975)
Leo Hoost stelt dat Samuel met het Koor van de Grote Synagoge gemiddeld zo’n 140 keer per jaar zijn medewerking verleende aan synagogale diensten en aan evenementen in niet-synagogaal verband in het hele land. Het tweede artikel (in het NIW van 24-09-1976) gaat voornamelijk over Harpe Davids.