Getogen in oost (4)
Er zaten spinnen in de quarantainebarakken van Paviljoen 10. Spinnen met lijven zo groot als mandarijnen. Als het weer het toeliet werden we naar buiten gebracht, naar een binnenplaats die uitkeek op het water. Aan de zijkanten van de binnenplaats stonden houten schotten met een afdak van riet. Daar zaten ze. Ik bestierf het van angst wanneer ik daar werd neergelegd op een van de britsen die daar stonden.
Tijdens een rustuur lag ik alleen maar angstig om me heen te kijken. Ineen liep er een over de planken, rechtstreeks naar me toe, een enorm zwart exemplaar. Ik hoorde zijn poten tikken op het hout. Ik bad de Here Jezus met mijn ogen wijd opengesperd dat hij rechtsomkeert zou maken, dat hij zou verdwijnen. Op hetzelfde moment vloog een vogel, ik denk een spreeuw, over mijn hoofd en plukte in zijn vlucht de spin van het schot.
Ik vertelde het mijn moeder die zei dat zij iedere dag bad met mijn vader en mijn broers en zussen en dat ze dan vroegen of ik weer beter mocht worden.
Dit verhaal is de weergave van een van de reacties geschreven door John Toxopeus onder zijn verhaal Getogen in Oost