Mijn oudste broer Chris was een jaar of 17 en speelde trompet in Amsterdam bij Avanti en Tavenue. Buren aan de overkant van ons huis maakten hem enthousiast voor hun drumband TOG (Tot Ons Genoegen). Mijn jonger broertje en zusje moesten natuurlijk ook de TOG-gelederen versterken. Toen kwam de scheuring. Er kwam namelijk een donker meisje (heel zeldzaam in die tijd) zich opgeven als lid en werd geweigerd omdat zij niet in het (witte) geheel zou passen. Ongeveer 10 mensen (waaronder mijn broer) stapten boos uit de club en natuurlijk werd onmiddellijk volgens goed Amsterdams gebruik een nieuwe vereniging opgericht.
De naam van deze club werd pesterig: TAWO (Tog Amuseren Wij Ons). De dissidenten rekruteerden her en der nieuwe kinderen om in ieder geval al met Koninginnedag te kunnen trommelen en "Tot Ons Genoegen"met "Tog Amuseren Wij Ons" te provoceren. Mijn ontsteltenis was groot toen ik (12 jaar) ook ingeschakeld werd. Ik verweerde me hevig en verklaarde niet te kunnen trommelen, maar dat werd terzijde geschoven, het vaandel dragen werd mijn taak. Mijn moeder vermaakte een witte broek van mijn oudste broer en een veel te groot overhemd werd in mijn nieuwe broek gepropt.
De noodlottige 30e april brak aan en trommelend gingen wij uiteraard in de richting van TOG, al spoedig naderden wij elkaar, het trommelen werd heviger, plotseling stoven enige 'ouderen' van beide verenigingen op elkaar toe en het werd een hevige knokpartij op de Middenweg, tegenover de Emmakerk. Mijn oudste broer had een zeer onhandige grote trom (overslag) op zijn buik hangen en deelde met twee stokken al ronddraaiend flinke klappen uit. Mijn kleinere zusje en broertje en nog een paar anderen groepeerden zich rond het vaandel, waar ik nog steeds mee stond, temidden van het strijdgewoel. De angst sloeg bij mij pas echt toe, toen twee dames om het middel van mijn broer hingen en een broek terug eisten en probeerden de daad bij het woord te voegen. Ik versteende ter plekke en dacht aan de broek die mijn moeder vermaakt had. Opeens was daar een politiewagen en de boel werd uit elkaar getrokken. "Tot Ons Genoegen" trommelde weer weg en "Tog Amuseren Wij Ons" ging ook zijns weegs. De intocht in onze straat was een grootse gebeurtenis, wij hadden gewonnen en ik hield het vaandel nog fier