Het was op 16 april 1954 mijn zusje werd 8 jaar en mocht ‘s avonds een paar vriendinnetjes uitnodigen, verder kwamen er wat ooms en tantes met hun kinderen en ook oma en opa waren gearriveerd, dus bij elkaar een stuk of 10 volwassenen en 10 kinderen. Mijn moeder zei: "gelukkig hebben we een grote kamer". Onze kamer was 4x4 meter maar voor 1954 was dat blijkbaar niet slecht…
Nu wil het geval dat de buurvrouw van één hoog een filmprojector bezat van voor de oorlog met een heleboel grote filmrollen. Deze rollen waren van celluloid, een zeer brandgevaarlijk materiaal. Er werd dan ook afgesproken dat de mannen en tantes gedurende de vertoning niet mochten roken. De projector werkte op handbediening, aan de zijkant zat een slingertje dat om de beelden te laten bewegen met flinke snelheid zo regelmatig mogelijk rond gedraaid moest worden. Op de deur werd door mijn vader een laken gespannen en op het keukentafeltje werd de projector gezet. Er stond midden in onze kamer een grote ronde tafel daarom heen zat de visite. De kinderen zaten op een kluitje op de vloer. Deze feestelijke avond werd geopend met 'de begrafenis van Koningin Victoria'. Vol extase zagen wij, met open mond, de zwarte koetsen waardig rijden. Weliswaar een beetje schokkerig, mijn vader moest nog op toeren komen, maar onder de indruk waren wij wel.
Nadat pa zijn vermoeide arm even liet rusten en allen wat te drinken kregen werd de volgende film vertoond; een demonstratie van de Londense brandweer. De brandweerwagens reden keurig naar de brand en toen de ladder uitschoof riep tante Nellie vol vuur: "God Jopie wat mooi kijk die ladder is lekker uitschuiven." Toen plotseling een felle maar echte steekvlam van wel 2 meter hoog ons de stuipen op het lijf joeg. Wij kinderen drongen gillend naar buiten en holden 3 trappen naar beneden en schreeuwde BRAND! BRAND!