Wij hadden thuis paardenvet, dat was voor de ruwe en schrale huid. Net zoiets als uiervet, dat de mensen nu nog steeds ge¬bruiken. En dan had je Haarlemmerolie. Die kocht je bij de drogist of de apotheek, hoewel die voor de meeste van ons te duur was. Die Haarlemmerolie was overal goed voor. Als wij buikpijn hadden dan namen we een lepel van dat spul in. Ik weet dat mijn vader Karpoetolie gebruikte, dat was ook overal goed voor. Dat moest je niet innemen, maar op je huid smeren. Bijvoorbeeld als je een pijnlijke schouder had. Stinken deed dat spul wel! Net zoals Sloansliniment. Dat werd gebruikt bij pijn, zoals reuma, waar veel mensen last van hadden. Daarom droegen de mannen een flanellen lendeband. Dat beschermde tegen de kou, vooral als je veel buiten moest werken.
Ik kan mij niet herinneren dat we zelf dingen maakten, behalve natuurlijk onze eigen schoenen. Als die stuk waren dan werden die zelf opgelapt. Ieder huishouden had zelf een leest en een lap leer. En als ik viel als kind dan smeerde mijn moeder boter op die plek want dan werd het niet blauw. Er werd ook veel met kamille gedaan, vooral voor aandoeningen aan de luchtwegen, zoals bronchitis. En om te spoelen, als je een ontsteking in je mond had. En dan had je natuurlijk de kruidnagel voor bij kiespijn. Als je kaakontsteking had, dan deed je lijnzaad op een doek met warm water. Alleen tegen vocht hadden we geen huismiddeltje. Het enige dat je kon doen was de ramen en deuren tegen elkaar open zetten en de boel goed laten doortochten. Of je deed de kachel aan, dan droogde je huis ook. Vooral bij benedenwoningen was dat belangrijk, want die waren altijd vochtig.
Huismiddeltjes
Haarlemmerolie was overal goed voor, net als Karpoetolie.
8037 keer bekeken