Eigen kleren maken, dat deed mijn moeder vaak. Ze wilde natuurlijk dat wij er ook zo netjes mogelijk bij liepen. Maar toen had je de tijd dat de plusfours in de mode kwamen. Drollenvangers noemden we die ook wel. Dat waren van die jongensbroeken die tot onder je knie kwamen en dan met zo'n bandje of elastiek om je been knelde. Ik heb nu nog steeds een hekel aan die dingen. En mijn moeder maar in de etalages gaan kijken hoe die rot dingen in elkaar zaten. Ging zij er ook een naaien voor mijn broer en mij. Nou, ik heb dat ding twee weken gedragen. Daarna was ik het zat. Nu moet ik wel erbij vertellen dat ik altijd een moeilijke ben geweest wat kleren dragen betreft. Maar met zo'n plusfours weigerde ik te lopen. Deed ik weer gewoon mijn korte broek aan. Want wij liepen als kind zomer en winter in een korte broek. Dat was gewoon zo en daar was je ook aan gewend. Een lange broek kreeg je pas voor het eerst op je zeventiende of zo. Voor die tijd liep je in een korte broek of een rijbroek of van die dingen. Had je wel altijd sport kousen aan. Anders zou het toch wel te koud geweest zijn. En die bretels. Daar had ik ook zo'n hekel aan. Nu staan die dingen wel sportief of zo, maar vroeger waren bretels een beetje armoedig. Hoewel iedereen ze droeg, gebruikten de mannen toch ook vaak een hesje om te verbergen dat ze bretels droegen.
Plusfours
We liepen als kind zomer en winter in een korte broek.
4567 keer bekeken