Het leek de redactie van het Geheugen van Oost een goed idee om alle verhalenverzamelaars op 12 juli uit te nodigen voor een hernieuwde kennismaking. Dineke Rizzoli en Leendert Boon namen de organisatie op zich. Plaats van samenkomst was Mustafa’s Koffiehuis in de Javastraat, tijdelijk een buurtlocatie van het Amsterdam Museum in het kader van het Buurtwinkelproject.
Om 2 uur was er een rondleiding door de Javastraat gepland die werd geleid door Annemarie de Wildt, conservator van het Amsterdam Museum. Ongeveer 12 mensen namen hieraan deel.
Eerst vertelde Annemarie iets over de geschiedenis van de Javastraat. De buurt is in het begin van de 20e eeuw gebouwd, de kwaliteit was over het algemeen niet al te best. Het was vooral een arbeiderswijk. De Javastraat was de winkelstraat van de buurt.
In de jaren 70 begon men de wijk te renoveren. Veel nieuwbouw. Veel bewoners vertrokken naar Purmerend, Almere of Lelystad. Woonden er in de 60-er jaren nog maar weinig gastarbeiders in de wijk, momenteel is het echt een smeltkroes van culturen. Op de Dappermarkt kom je b.v. de hele wereld tegen.
Er is momenteel een mix van winkels zoals b.v. Mammoet, City Silks, Bollemeijer, Genco, Bookshop, Koffiehuis Cinar Kardesler, Fred’s Tabaksshop, Vishandel Tol en Mustafa’s Koffiehuis. De straat begint langzamerhand iets van zijn vroegere grandeur terug te krijgen. Niet alleen maar groente en fruitwinkels maar ook b.v. een winkel met dure Indiase jurken, een fourniturenzaak, een schoenmaker en een designwinkel een z.g. gunwinkel. (Een gunwinkel is een zaak waar je koopt omdat je het de winkelier gunt. Je gaat dus niet naar een grote winkelketen).
In de stoepen is een lijn van speciale stenen aangebracht. Die dient als grens tot waar men zijn handel mag uitstallen.
In de Javastraat en het Javaplein staan ook een paar z.g. ‘Straat-o-foons” waar je naar verhalen van buurtgenoten kunt luisteren.