De straat doet Yew Kee denken aan de Indiase wijk in Singapore: veel verschillende winkels met uitstallingen op straat en veel eten. We wandelen binnen bij Suraj Joshi. Yew Kee herkent de saristoffen van de Indiase gemeenschap in zijn geboortestad. Suraj kent Singapore uit de tijd dat hij, samen met een van zijn ooms, in de goudhandel zat. Yew Kee is verrukt van alle prachtig op kleur gesorteerde banden en versieringen in de winkel in Marokkaanse fournituren aan de overkant van de straat. Even verderop, op nummer 66, is een nieuwe winkel geopend: bakkerij Afrah Fes . Strak ingericht, mooie uitstallingen in de toonbank. We kopen koekjes en b’stilla. Dat is een van mijn favoriete Marokkaanse gerechten: een pastei van kip (of duif) met amandelen en kaneel gemaakt van filodeeg. Afrah Fes maakt grote b’stilla’s op bestelling, maar heeft ze ook in klein formaat met vulling van kip of vis. Die gaan mee voor later.
In de Surinaamse toko Man Li Ho ruikt Yew Kee de geuren uit zijn jeugd. Met Maureen wisselt hij wat woorden Kantonees. Hij pakt een zak snoepjes, met wit-blauwe papiertjes met een tekening van een konijn. ‘Deze at ik altijd als kind.’ Hij roemt oyster saus als smaakmaker voor heel veel gerechten. ‘Die met die panda op het etiket is het lekkerst’.
Een winkelstraat is dynamisch. Iedere keer is er wat veranderd. Maame Ceeci uit Ghana heeft na jaren haar stoffenhandel moeten opgeven. De eigenaar van Javastraat 9 is (deels) bij haar ingetrokken en verkoopt nu kinderkleding. De stoffen blijft hij erbij doen en de dochter van Maame Ceeci blijft het bureautje van Money Tranfer, achter in de winkel, runnen. Er hangt een prachtige stof, knalblauw met oranje spuitbussen erop. De lappen zijn alleen per 6 meter te koop, dus Yew Kee en ik besluiten de stof samen te kopen. De volgende keer dat hij in Singapore is, gaat hij er een shirt van laten maken. Amath kent de ‘wax’ zoals hij het noemt uit Senegal, dat een eigen stoffenindustrie heeft. Yew Kee is zeer verbaasd als we hem vertellen dat deze stoffen ontworpen en gemaakt worden in Helmond, soms door ontwerpers die zelfs nooit in Afrika zijn geweest.
Na nog een rondje door een winkel vol uitbundige Turkse meubels, zilver- of goudkleurige schalen, vazen en ingelijste Koranteksten, is het tijd voor vissoep. Met een Marokkaans amandelkoekje toe. We wisselen verhalen uit over winkels in allerlei werelddelen.
Nog een enorme zak tomaten gekocht voor één euro waar ik een grote pan soep van maak. En ´s avonds eten we de kleine b´stilla´s. Ze zijn zeer smakelijk.