Met de familie Schoonderbeek uit Veenendaal, die twee jongens hadden, één ouder en de andere jonger dan ik, gingen we elk jaar naar het kerstcircus in Carré. Een hele belevenis. In de oorlog waren beide vaders onder de wapenen geroepen en was Daan Penseel met Frans Schoonderbeek bevriend geraakt. Dit laatste er even tussendoor, want het gaat mij om dat circus, waar heel veel dieren in optraden. Ik weet echt niet meer of het nu Circus Renz, Boltini of Strassburger was. Maar ze kwamen met hun dieren bijna allemaal aan op het rangeerterrein achter de veemarkt op de Cruquiusweg.
De dieren konden makkelijk uit de wagons stappen en richting Carré lopen, zoals de olifanten, of vervoerd worden in wagens met van die tralies ervoor, zoals de leeuwen en tijgers. Spannend was het. Natuurlijk nam men niet de kortste weg, maar werd het een optocht om meteen publiciteit te maken. Voorafgegaan vaak door de bereden politie. En het leuke was, dat je na afloop op het hele traject de verschillende hopen poep zag liggen.
Totdat het circus afgelopen was, bleven de wagons op de Cruquiusweg achter en kon je daar als kind naar toe, fantaserend dat de dieren er nog in zaten. Later werd eenzelfde ritueel herhaald in de zomer als tegenover de markthallen in de Jan van Galenstraat een circustent werd opgezet. De dieren liepen dan helemaal van Oost naar West, o.a. door de drukke Ceintuurbaan.
Zoiets zie je nu niet meer gebeuren. Een circus met dieren is een zeldzaamheid geworden. Dat is te danken (of te wijten, kies zelf maar) aan de dierenactivisten. Ik heb aan die parades en het jaarlijkse kerstcircus als kind in ieder geval mooie herinneringen overgehouden.