Ons keuken was uitgebouwd. Die van het pand naast ons ook. Tegenover ons was het keukenraam van Dikke Bep, op nog geen zes meter afstand van ons keukenraam. Zo was je met z'n allen één en dat wisten we ook. Dat bleek uit de dialogen. Boven Dikke Bep woonde mevrouw Pelen, die vroeg aan Dikke Bep of haar muziek wat zachter kon en Dikke Bep reageerde toen heel intiem met: "Mens, ik laat een scheet op je." Hoe grof, vooral omdat mevrouw Pelen een heel klein hoofdje had. Schuin aan de overkant, op 1-hoog, was regelmatig ruzie. Dan werd een hele grote dronken man in alleen een onderbroek door zijn hele kleine vrouw achterna gezeten om de tafel heen. Alleen door de tekst wist je wie achter wie aanzat. Op 1-hoog van onze trap woonde mevrouw Blitz. Geen onaardig mens, maar ze kon wel zeuren. Vooral over de voordeur, dat we die goed dicht moesten trekken, vooral als het koud was. Zelfs als we haar buiten Amsterdam Oost tegenkwamen hoorde je steevast: "Vergeten jullie niet de deur dicht te doen." De zeur! En op 2-hoog Mevrouw Klabau die vond dat we te veel stampten op de houtenvloer. Een keer werd ze zo boos dat ze met een bijl naar boven kwam. Daarmee gaf ze drie klappen tegen onze gangmuur. We konden de kerven later natellen. En dat allemaal omdat haar schilderijtjes scheef hingen. Ze heeft mijn ouders wel eens uitgenodigd om te komen kijken hoe scheef ze dan hingen. Maar ze zijn nooit gegaan, ze hielden niet zo van kunst en helemaal niet van die van mevrouw Klabau, zelfs niet als ze recht hadden gehangen. De dag kon mooi zijn in de Tweede Van Swinden, maar ook de avond, dan speelden we zo lang mogelijk buiten.
Met z'n allen één
Mevrouw Klabau vond dat we te veel stampten op de houtenvloer. Een keer werd ze zo boos dat ze met een bijl naar boven kwam.
4015 keer bekeken