De Tweede Van Swindenstraat, hart van de Dapperbuurt, tussen spoordijk en Dapperplein. De spoordijk is soms onzichtbaar door rook van een locomotief die de straat inwaait, of door mist. Aan de andere kant is het Dapperplein met de vismarkt en de viston die vaak extra stonk als hij 's avonds in de fik stond en werd geblust door de baas van het koffiehuis. Ik zie en ruik nog die grote witte viswolken. Soms was er dus van twee kanten rook, en daartussen, op nummer 84, onze voordeur. Soms half versperd door het paard van de schillenboer, dat dan half op de stoep stond. Of meteen achter de buitendeur versperd door de loodgieter, als de riolering weer verstopt was. Het was een smal trappenhuis dat vaak werd schoongemaakt. Ik zie nog de buurvrouw van tweehoog die haar trap schrobde, wijdbeens staand op de bovenste tree met benen als heipalen. Je moest wel kijken als je de trap opliep, voor je eigen veiligheid. Ons trappenhuis had vijf verdiepingen, met een scala van geuren: altijd hout, met per buur een heel eigen lucht, van minder lekker eten en scherper stinkende poep of 'verkeerd' schoonmaakspul, zoals lysol. Alleen onze etage stonk niet, behalve als we spruitjes aten. Wij woonden 3-hoog op 2½ kamer en een keukentje, met z'n negenen. En één kraan met alleen koud water.
Tussen de rook
Ons trappenhuis had vijf verdiepingen, met een scala van geuren: altijd hout, met per buur een heel eigen lucht.
8266 keer bekeken