Om in zijn onderhoud te voorzien is Joseph gaan venten ook al had Het Bureau geen fiducie in zijn motivatie. Hij vent met fruit in en rond de Van Woustraat, als er wordt gecontroleerd wordt hij echter zelden aangetroffen. Bij het Stadsarchief 'liggen' drie marktkaarten, ik heb er hier één opgenomen en betreft de Dapperstraat. De verdiensten worden ingeschat als laag. Hulp is volgens de ambtenaar nu wel op zijn plaats, hij krijgt een handelsgeld van fl.15,-. Op 28 november 1933 doet hij een verzoek om ‘bijsteun’. De ambtenaar adviseert, gezien de samenstelling van het gezin, negatief. Het gezin bestaat uit twee personen en is inwonend bij de moeder van Keetje. Dat Joseph geen handige venter is, wordt ook nog genoemd. Dit is niet erg relevant, maar de ambtenaar vindt het toch nodig om het nog maar eens te vermelden. Joseph moet nu verplicht twee maal per dag gaan stempelen. Overigens wordt er wel vier maal een gift van fl.6,- verstrekt.
Joseph wordt ziek en breekt ook nog eens een been
De situatie voor het gezin van Joseph blijft zorgelijk, zeker als hij in september 1934 ziek wordt. Hij is bedlegerig en moet voor specialistisch onderzoek naar het Binnengasthuis. De extra steun in de vorm van giften blijft voorlopig bestaan. Gezien zijn fysieke gesteldheid wordt hij vrijgesteld van stempelen. Op verzoek van de G.G.D. wordt hem, voor de periode van 60 dagen, versterkende middelen in de vorm van één liter melk per dag verstrekt.
In begin van1935 breekt Joseph zijn heupbeen. Het herstel verloopt niet goed, hij blijft zeer moeilijk lopen omdat ‘zijn been is ingekrompen’. De controlerend arts zegt dat hij wel mag stempelen maar dat hij niet mag wachten. In april 1935 krijgt Joseph een hoge schoen van de G.G.D. en kan nu weer stempelen. Joseph kan echter niet goed lopen, hij voelt zich onmachtig tot werken. Hij wordt daarin ondersteund door een attest van de G.G.D. Dit lijkt allemaal wat dubbel, kan wel gaan stempelen maar eigenlijk niet werken.
Huisbezoek door Het Bureau
Gedurende de ziekteperiode komt er regelmatig een ambtenaar op huisbezoek. Deze constateert ook dat er wel heel regelmatig een broer van Keetje in huis is. Deze broer, waarschijnlijk gaat het om Abraham Hes, stopt zijn moeder af en toe iets toe als hij het kan missen. De ambtenaar is na enige tijd van mening dat er duidelijkheid moet komen. Hij gelooft niet dat Abraham ‘de kost’ buitenshuis ophaalt, dat lijkt hem onwaarschijnlijk. Het is of helemaal uit huis, of kostgeld betalen. Een bijdrage in het gezinsinkomen zou welkom zijn, gezien de hoge huur van fl7,50 per week.