Als het gezin van David en Mietje in 1923 naar de Spitskopstraat komt, hebben zij de nodige woonadressen gehad in de Oude Jodenbuurt. Zo woonden zij in de Uilenburgerstraat op zeker vijf verschillende huisnummers, daarna nog in de Tweede Batavierdwarsstraat en de Batavierstraat. David wordt lid van de Handwerkers Vriendenkring in of kort voor maart 1937 (bron: De Handwerksman van Maart 1937).
Marktkaart en/of ventvergunning
David is vanaf 1935 'op straat te vinden', dat klinkt erger dan het is, maar hij heeft vanaf april 1934 een ventvergunning aangevraagd en gekregen. Zijn venterswijk is nogal ruim, het centrum en zuid. Lompen, metalen, gedragen kleding en brandstoffen zijn de artikelen waarmee hij uit venten gaat. David heeft twee kaarten, de tweede die loopt vanaf 1935 tot en met 1940 zegt niets over de producten of artikelen waarmee hij uit venten gaat. Beter is het feit dat op de achterzijde van de kaart maar liefst vijf pasfoto's staan (zie bovenaan dit verhaal).
Ook Mietje gaat uit venten
Er was na 1 september 1934 nog een bron van inkomsten. Mietje Santen - Sarlui blijkt een ventervergunning te hebben. Op haar markt- of venterskaart staat dat zij in heel Amsterdam Oost uit venten mag gaan. Haar 'artikelen' zijn nogal divers, maar vooral toch groente, aardappelen en fruit. Maar zij heeft ook met brandstoffen gevent. Op haar kaart, aan de achterzijde staat dat David toestemming krijgt om zijn vrouw twee maanden bij te staan. In oktober 1934 wordt het 35 – jarige huwelijk van David en Mietje gevierd (bron: Het Volk).
Als David in 1938 zestig jaar oud wordt is het voor zijn vrouw, zijn kinderen en kleinkinderen reden genoeg om hem in het zonnetje te zetten. In de krant Het Utrechts Volksblad verschijnt een klein familiebericht hierover. Tot slot
De enige bron die nog overblijft, dat zijn de kaarten van de Joodse Raad. Er zijn twee kaarten van David met een hoop aantekeningen die niet allemaal even begrijpelijk zijn. Het gaat om de barakken in Kamp Westerbork en er wordt gerefereerd aan bagage. Ook de naam van de/een schoonzoon, Leendert Koopman, wordt genoemd. Op de achterkant van de eerste kaart staat informatie waar ik helaas niets mee kan. De voorkant van de tweede kaart geven de namen van David, zijn vrouw en de nog thuiswonende dochter Vrouwtje. Van Mietje is een kaart.
Alle kaarten die ik heb gevonden en die ik bruikbaar vond staan onderaan dit verhaal!
Op 25 juli 1942 wordt er door de ‘bevoegde instanties’ een inventaris- of inboedellijst opgemaakt van het adres Spitskopstraat 4 II. Er is slechts een korte lijst opgemaakt. Of er niet meer te noteren viel, is niet duidelijk. Een bekend feit is dat huizen van gedeporteerde Joods medebewoners vaak werden leeggehaald door niet-joodse medebewoners (uit de directe en de niet-directe omgeving). De ‘bevoegde instanties’ hadden dan niet veel meer te noteren. In het geval van het gezin Santen ging het nog om bijvoorbeeld een hanglamp, twee stoelen, ondergoed, schoenen, een opklapbed en wat kleding.