In 2010 kwam Jaap Breeuwer (54) terug naar de buurt waar zijn hart altijd al naar uitging: Amsterdam Oost. Daar was een reden voorâŠ
Jaap heeft MS, een ziekte die hem noopt tot een zittend bestaan. Zijn baan als sociaal werker heeft hij lang geleden op moeten geven maar sociaal is hij nog steeds: Jaap wordt voortdurend aangesproken als hij rondgaat in zijn elektronische rolstoel. Met levenspartner Marlies bewoont hij een (aangepaste) Fokusflat aan de Entrepotbrug. Hiervoor woonde hij twintig jaar in Roosendaal maar, zegt Jaap: âRoosendaal hĂ©Ă©ft het gewoon niet. Geen Rijksmuseum, geen Stedelijk Museum, geen levendigheid.â Jaap was er om praktische redenen gaan wonen. Hij heeft er familie die zijn opgroeiende dochter kon opvangen als hij het vanwege zijn ziekte niet kon.
Dochter Roos is inmiddels volwassen en woont op IJburg. Jaap en Marlies konden met gerust hart terug naar de levendige hoofdstad, maar wel met de verzorging die zijn ziekte vraagt. âIk wilde niet dat alle zorg op mijn partner neerkomt, want dat doet je relatie geen goed, kan ik je vertellen.â Als er âiets isâ, kan Jaap via de intercom beroep doen op de ondersteuning voor lichamelijke verzorging.
Jaap schreef zich in voor een woning in Amsterdam Oost. Hij bewaarde warme herinneringen aan de Oosterparkbuurt waar hij voor zijn vertrek naar Roosendaal had gewoond en gewerkt. Aanvankelijk kreeg Jaap een woning toegewezen op Westerdoksdijk en vervolgens de Fokusflat op Zeeburg. In de flat zijn dertien woningen voor mensen met een lichamelijke aandoening maar het mooie is: ze zitten niet op een kluitje bij mekaar, de aangepaste woningen zijn verspreid tussen de âgewoneâ woningen.
Jaap Breeuwer vindt Zeeburg zeer rolstoelvriendelijk, de ellende begint pas rond de Piet Hein Tunnel met al zân trappetjes. Hier in Zeeburg doet hij zijn boodschappen en vanaf vier hoog heeft hij prachtig zicht op de Entrepothaven, âde hofvijverâ noemt hij het zelf. De ogen zien door zijn ziekte overigens niet veel meer, en het aangezicht doet pijn. Het zijn maar een paar symptomen van een progressieve ziekte die nooit went, maar waarmee hij heeft leren leven.