Ik ben geboren 23 november 1950 in het Wilhelmina gasthuis. Toen ik 9 dagen oud was ben ik overgebracht naar het Burgerweeshuis. Het Burgerweeshuis is tegenwoordig het Amsterdams Historisch Museum. Volgens de mensen die mij hebben opgevangen, heb ik te horen gekregen dat mijn moeder me niet kon verzorgen want ze zat zelf al in een tehuis. Mijn vader heb ik nooit gekend, mijn moeder kwam me wel iedere zondag opzoeken. De ingang van het Burgerweeshuis was toen in de St.Luciëssteeg op nr. 27.
Tijdens de grote vakantie gingen we zes weken met alle kinderen en zelfs met de koks naar Bergen aan Zee. Alles bleef het zelfde zoals in het Burgerweeshuis. In Bergen aan Zee at ik lang zoveel niet als in Amsterdam. Ik was altijd het laatste klaar met eten. In de bossen genoot ik meer dan van de zee. Ik was zo ver gekomen dat ik met mijn voeten in het pierenbadje dorst. Mijn zwempak bleef altijd droog. Als de anderen mij nat spatten, liep ik altijd weg. Ik had daar twee heel goede vriendinnen (Martha en Gonny) waar ik altijd mee omging.
Tot mijn 8e heb ik in het Burgerweeshuis gezeten en ben toen naar een pleeggezin gegaan, ik ben daar 2 jaar gebleven. Inmiddels was ik 10 jaar en ben toen naar het Burgerweeshuis op het IJsbaanpad gegaan. Ik zat in een gemengde groep tot mijn 13e jaar en ben overgeplaatst naar de grote meisjesgroep, waar ik tot mijn 19e ben gebleven. Ik ben toen weer naar een pleeggezin gegaan. Als ik dat niet had gedaan, had ik naar een tehuis voor werkende meisjes gemoeten en had ik misschien niet in Amsterdam kunnen blijven. In het pleeggezin heb ik zes jaar in huis gewoond. Vandaaruit ben ik naar Amsterdam Oost verhuisd en daar woon ik nu al 30 jaar met plezier.