Retiefstraat 110 II – Het gezin van Jacob Poppegaai (3)

Eerste hulpvraag

Verteller: Frits Slicht Frits Slicht
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Spitskopstraat
Archiefkaart van Jacob Poppegaai, bron: indexen SAA

Archiefkaart van Jacob Poppegaai, bron: indexen SAA

Als Jacob en Magdalena in 1928 trouwen bestaat het gezin uit vier personen. Alida de oudste dochter was geboren op 14 oktober 1915 en haar jongere zusje Maria op 10 mei 1918. Een jaar later wordt op 4 september 1929 dochter Elisabeth geboren. Triest genoeg overlijdt Elisabeth twee dagen later.

Overlijdensakte van Elisabeth Poppegaai, twee dagen oud op 7 september 1929. Bron: Archief van de Burgerlijke Stand (inv. nr. 5009)

Overlijdensakte van Elisabeth Poppegaai, twee dagen oud op 7 september 1929. Bron: Archief van de Burgerlijke Stand (inv. nr. 5009)

Inmiddels is Jacob nog wel werkzaam in de diamantsector, maar al lang niet meer als diamantwerker. Hij is ook een tijd uitgeschreven als lid en wel tussen 1908 en 1917. Jacob was zoals eerder vermeld naar Antwerpen gegaan om daar zijn geluk te beproeven. In 1917 wordt hij opnieuw lid van de ANDB, voor een korte tijd uitgeschreven om toch weer lid te worden. Definitief is het pas in 1920 na een periode van voortdurende werkloosheid. Jacob zoekt en krijgt ander werk en wel als liftbediende in de Diamantbeurs op het Weesperplein. Er wordt in 1932 voor het eerst een beroep gedaan om hulp vanuit de Gemeenten, maar het gaat niet om financiële steun. Jacob verdient in 1932 27,50 gulden per week en ook zijn dochter Alida heeft al een inkomen van 8 gulden. In 1938, een aantal jaren later, wordt als laatstverdiende salaris het bedrag van 20 gulden per week genoemd.

Voormalige Eerste Ridderdwarsstraat. Omstreeks 1930 werden de onbewoonbaar verklaarde woningen gesloopt. Foto gemaakt op 14 december 1928. Bron: Dienst Volkshuisvesting, SAA

Voormalige Eerste Ridderdwarsstraat. Omstreeks 1930 werden de onbewoonbaar verklaarde woningen gesloopt. Foto gemaakt op 14 december 1928. Bron: Dienst Volkshuisvesting, SAA

Als teken van redelijke of relatieve welvarendheid is het feit dat bijna niet verhuisd wordt. Na het eerdere adres bij zijn ouders in de Weesperstraat verhuist Jacob in 1916 naar de Korte Houtstraat om een jaar later naar de Eerste Ridderdwarsstraat te verhuizen.

Woningkaart van Retiefstraat 110 II, bron: Indexen – woningkaarten SAA

Woningkaart van Retiefstraat 110 II, bron: Indexen – woningkaarten SAA

In 1921, dus nog steeds ten tijde van het eerste huwelijk wordt de woning in de Retiefstraat betrokken.  

1932 – Versterkende Middelen

Aanvraagbriefje voor de G.G. en G. in verband met de vertrekking van Versterkende Middelen, bron: dossier Maatschappelijke Steun Jacob Poppegaai

Aanvraagbriefje voor de G.G. en G. in verband met de vertrekking van Versterkende Middelen, bron: dossier Maatschappelijke Steun Jacob Poppegaai

Het dossier Maatschappelijke Steun behelst voornamelijk de hulpverzoeken in verband met de ziekte van Magdalena. Financieel lijkt het gezin het te redden. De verdiensten van Jacob zijn voldoende om te voorzien in de eerste levensbehoeften. Er zijn geen huurachterstanden. De huur in de Retiefstraat bedroeg 3,30 gulden, het gezin is verzekerd bij de R.V.S. (Rotterdamse Verzekerings Sociëteit) voor 80 cent per week.

Advertentie i.v.m. sluiting van het Rotterdamsch Ziekenfonds, bron: De Standaard van 29 augustus 1935

Advertentie i.v.m. sluiting van het Rotterdamsch Ziekenfonds, bron: De Standaard van 29 augustus 1935

Daarnaast is het gezin ook lid van het Joodsch Begrafenisfonds. Maar er wordt niet aangegeven welke kosten daaraan verboden zijn. Magdalena die gewerkt heeft als sigaretten inpakster heeft suikerziekte. Zij moet daarvoor een toch wel duur dieet volgen. Behalve dat, heeft zij vanwege de ontstane hulpbehoevendheid een hulp in de huishouding (1,50 per week). Vanwege het te volgen dieet verzoekt het gezin om 1 ons vlees, 1 ei en een achtste liter room per dag. 

NAAR: VERHAAL 1

OF NAAR: VERHAAL 4

Alle rechten voorbehouden

14 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe