Nog even de winkel
In 1924 wordt de winkel uitgebreid met een nieuwe afdeling. Zij verkoopt nu in den winkel, naast haar andere zaak gelegen, lingeries, jerseys, jumpers, wollen kinderpakjes, wol sajet enz. De nieuwe winkel ziet er keurig uit en er is zeer smaakvol geëtaleerd. Bron: Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant van 26 maart 1924. De eerste advertentie die ik kon traceren dateert van december 1919. Hun winkel zat aan de Kuipersdijk in Enschede. In de verhalen 13 tot en met 16 staat lees je het wel en wee van de winkel voor en tijdens de oorlog.
Dan in januari 1937 deze vermelding: “Doss. 1964. M. Schnitseler-Cohen te Enschede, Kuipersdijk 1. – Winkel in garen en band en aanverwante art. – E.: M. Schnitseler-Cohen is uitgetreden. De zaak wordt door S. M. Schnitseler, Enschede (H.V.) onder eigen naam voortgezet. Adres van de zaak en den E. is thans: Enschede, Berkenkamp 22. Bron: Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant van 05 jan. 1937. Daruit valt af te leiden dat Marianne haar werkzaamheden in de winkel heeft beëindigd én dat de winkel is verhuisd.
De kinderen
Op 30 juni 1918 wordt het eerste kind van Samuel en Marianne geboren. Het is hun zoon Henri, in de diverse documenten ook wel Hennie genoemd. In zijn werkzame leven zou hij als kantoorbediende gaan werken bij de firma Menko in Enschede. Uiteindelijk zou hij daar 23 gulden per week gaan verdienen. Dat is tot 1 oktober 1941 als hij vanwege de anti-Joodse maatregel wordt ontslagen. Wel krijgt hij zijn salaris doorbetaald tot maart 1942. In oktober 1942 komt hij in Kamp Westerbork om zes dagen later te worden gedeporteerd. Op 31 maart 1944 wordt hij ‘ergens in Midden-Europa’ vermoord.
Op 5 april 1920 wordt hun tweede zoon, Jacques, geboren. Net als zijn broer gaat hij werken als kantoorbediende. Hij werkt bij een firma Van Tijn & Zn., de overhemdenfabriek in de Willemstraat 14.
Op 14 november wordt hij vanuit Kamp Westerbork gedeporteerd naar Auschwitz waar hij Monowitz te werk werd gesteld. Volgens zeggen van een Arn. Erlangen/r is hij daar op 9 dec. 1943 overleden, vermoord.
Bijna twee jaar later wordt Jacob geboren, op 22 februari 1922. Toen de documenten m.b.t. de steun aan zijn grootvader werden opgemaakt zat hij op de ambachtschool. Volgens zijn broer Nathan zat hij ondergedoken met drie ‘chaloetsiem’ in een bos in Gelderland vanwaar ze moesten vluchten (bron: Yad Vashem, page of testimony). Bij deze ook de kaart van de Joodse Raad. Hij wordt hier opvallend genoeg kousenbreister genoemd. Op de achterzijde de informatie van Nathan dat Jacob van Haarlem via Parijs naar Engeland had willen gaan. Nathan de jongste zoon werd geboren op 1 november 1924. Hij heeft de oorlog overleefd en is na de oorlog naar Israël geëmigreerd. Dankzij de website over 'Holocaust Survivors' weten we dat hij in Tröbitz is bevrijd. Dankzij hem zijn er de bekend Pages of Testimony en van elk gezinslid een foto (behalve van Nathan zelf dan)!
NAAR: VERHAAL 1
OF NAAR: VERHAAL 25