Dochter Sophie is geboren op 2 april 1895 en trouwt met Mozes Swart (geboren op 20 mei 1896) op 14 maart 1918 in Zaandam. Mozes kwam uit een religieus gezin, zijn vader Levie Swart was in 1919 koster en drie jaar later was hij rabbinaal opzichter. Deze taken of beroepen worden genoemd bij de huwelijken van de zusters van Mozes in 1919 en in 1922. Voor zover valt na te gaan was hij in zijn eerdere of overige leven werkzaam als ‘werkman’ en als diamantwerker. Over diens religieuze functies kan ik verder niets vinden, mijn bron is www.maxvandam.info
Sophie was voor haar huwelijk al marktkoopvrouw in huishoudelijke artikelen. Dit volgens het dossier van haar vader, maar een marktkaart of iets gelijkwaardigs heb ik niet kunnen vinden. Mozes stond ook op de markt (met ‘galanterieën’). Maar dat moet na zijn al dan niet succesvolle carrière als diamantslijper zijn geweest. Hij was namelijk eerder werkzaam als diamantslijper. Hij was al werkzaam in dit vak toen hij werd gekeurd voor de militie. Helemaal zeker ben ik niet van zijn keuring, omdat hij staat ingeschreven zonder geboortedatum. Hoe dan ook, hij werd afgewezen voor de dienst. Hij werd in juni 1915 letterlijk en figuurlijk te ligt bevonden. Het ging bij hem om’ lichaamszwakte’ in combinatie met ‘een slepende borstvliesontsteking’. Mozes was overigens 1 meter en 586 mm groot.
In januari 1916 wordt hij lid van de ANDB. Op zijn lidmaatschapskaart valt af te lezen dat hij tussen begin 1916 en medio 1922 werkzaam was in Het Vak. Maar opgemerkt moet worden dat hij in de laatste 2 à 3 jaar bijna voortdurend werkloos was. Vandaar dat hij zijn geluk zoekt in Antwerpen, een route die veel werkloze diamantwerkers voor hem hadden gevolgd. Op 4 maart 1923 arriveert hij in Antwerpen, samen met zijn vrouw, Sophie. Of hij veel heeft kunnen werken in Antwerpen is onbekend, maar in het jaar 1928 het gezin van Mozes en Sophie weer terug naar Amsterdam. Inmiddels is dan ook hun dochter Maria geboren, maar die is volgens de gegevens uit het Felix Archief in Nederland achter gebleven (onbekend waar). Hun zoon Henrie is nog net in Berchem (Antwerpen) geboren.
Mozes volgde daarmee in de voetsporen van zijn vader Levie. Ook zijn broers Nathan en Willem werkten in Het Vak. Op 14 maart 1928 komen ze op de Tugelaweg 138 huis te wonen, op 6 april 1933 verhuizen ze naar de Topaasstraat 3 I.
Tijdens de bezettingsperiode keert Sophie opvallend genoeg terug naar haar oude stiel. Zij gaat opnieuw ‘de markt op’, deze keer echter op de Joodse markt in de Gaaspstraat. Waarom deze stap? Mogelijk omdat ze via deze functie een Sperre kreeg. Ook haar man en haar zoon kregen daardoor een tijdelijke Sperre.
NAAR: VERHAAL 1
OF NAAR: VERHAAL 26