De kinderen
Op 25 december 1918 wordt Maria geboren. Maria was atelier naaister. Zij zal trouwen met Hartog Jas (geboren op 8 januari 1916) op 29 juli 1942. De vader van Hartog was Mozes Jas die in ook ‘de groente zat’, maar dan op de markt. Tijdens de oorlog kwam hij, de vader van Hartog, op de Joodse markt in de Joubertstraat te staan met aardappelen, groent en fruit. Maria werkte in oktober 1941 als naaister bij de lingerie- en confectiefabriek SIDVA (Simon de Vries Ateliers) in Amsterdam. Zij had er toen twee weken gewerkt. Hartog was winkelbediende in een groentezaak. Zij gaan inwonen bij haar ouders in de Topaasstraat. Maria en Hartog worden op 4 juni 1943 in Sobibor vermoord.
Op 11 januari 1927 wordt Henrie geboren. Hij stond per 4 juni 1943 in de Transvaalstraat 132 huis ingeschreven. Op dit adres woonde Daniël Dingsdag die getrouwd was met Vogeltje Swart. Zij was de tante van Henrie. Hij werkte als bode. Volgens zijn kaart van de Joodse Raad was hij leerling-kleermaker. Op 23 juli 1943 wordt Henrie in Sobibor vermoord.
De jongste zoon van Henrie en Esther is Jacob, geboren op 7 juni 1898. In het jaar 1917 wordt hij gekeurd voor de militie. Met zijn 1 meter en en 749 mm is hij aan de lange kant. Een dergelijke lengte ben ik niet eerder tegengekomen. Hij gaf te werken als schoenmaker. Hij wordt overigens afgekeurd vanwege een: Vergroeiing van een of van meer halswervels, met belemmering in de beweging van het hoofd. Dat was althans de conclusie van de keuringsarts, zelf had hij al aangegeven dat hij een probleem met zijn ogen had.
Jacob trouwt met Esther Roos (geboren op 20 augustus 1892) op 20 oktober 1930. Zij gaan wonen in de Retiefstraat 1 II. Jacob was werkzaam als werkmeester in de Blindeninrichting Amsterdam, hij was mattenmaker. Hij hoefde om de een af andere reden zijn vader niet te ondersteunen, dit tot verbazing (boosheid) van zijn oudere broer Samuel. Die vindt het vreemd dat zijn broer Jacob met zijn goede betrekking en zonder kinderen is: “niets aan mijn vader behoeft te geven, hoewel die het in de eerste plaats kan doen”. Bron: brief van Samuel van 3 juli 1937. Beiden worden op 26 maart 1943 in Sobibor vermoord.
NAAR: VERHAAL 1