Links op de brug zie ik dat de werkzaamheden nog in volle gang zijn. Hier wordt de Zuider IJdijk verhoogd. En ik vraag me weer af waar de woonboten de afgelopen drie jaar zijn gebleven.
Net voor woontoren Akropolis sla ik rechtsaf. Omdat het te vroeg is voor de excursie fiets ik de Buurtkamer voorbij. Dit is bekend terrein, de John Blankensteinstraat. Is het alweer vierenhalf jaar geleden dat ik hier was? Ik herinner me de afgezette straten en het Slibvijzelgemaal dat binnen de omheining van een bouwplaats helemaal wegviel. Nu lijkt alles klaar. Moderne woningen in een stille straat. Rechts staan mooie, jonge boompjes, nog helemaal kaal, maar met rijen, hangende zaaddozen. Het lijken wel bruine kerstballetjes.
Mijn tocht gaat voorbij de Montessorischool, met daarachter een van de silo’s. De silo’s worden binnenkort verbouwd en uitgebreid tot ‘De Drie Koningen’, met kantoorruimtes, hotelkamers, dakterrassen, sportfaciliteiten en horeca. Daarna ga ik over een schattig bruggetje naar een fietspad langs het water. De mist hangt rond de elektriciteitsmast. Een rood, bekend bouwsel, dat van Haddock, doet me glimlachen. Het restaurant is er nog. De laatste keer had ik te horen gekregen dat ze nog maar twee jaar mochten blijven van de gemeente. Een grote buurttuin met schuurtje en al is links voor het restaurant aangelegd.
En waar is die afvalcentrale die hier 600 meter vandaan zou komen? Voorbij het bouwsel dat de ingang van de A-10-onderdoorgang markeert (Bedieningsgebouw van Rijkswaterstaat), zie ik een soort liggende gasopslagtanks. Daar moet dan de afvalcentrale zijn, maar die lijkt nu op deze koude woensdagochtend gesloten. Ik zie geen mens. Nader Google-onderzoek wijst uit dat het afvalpunt sinds een week gesloten is omdat er een verdeelstation van Liander en Tennet moet komen.
Verder ben ik nooit geweest. Ik rij voorbij de afvalcentrale bij een hek met bord “Kaap Amsterdam” naar rechts, voorbij een houtbewerkingsbedrijf, naar niemandsland. De weg buigt af naar links. Opeens herinner ik me het Magneetfestival van jaren geleden. Dat was hier, op een braakliggend stuk land waar nu op het eind Kaap Amsterdam staat.
Rechts doemt opeens achter het riet en water de Enneus Heermabrug op, de toegangspoort tot IJburg. Ik fiets richting blauwe containers, fietsenrekken, postbussen, en zie daarachter een paar woonboten. De verdwenen woonboten van de westkant van de Zuider IJdijk.
Dan is het tijd voor de wandeling en haast ik me naar het kunstwerk “Het Palenhuis”, aan de Zuiderzeeweg bij de nieuwbouw van de Sluisbuurt.
Dineke van het Geheugen van Oost weet hier heel veel over te vertellen, onder andere dat de palen net zo lang zijn als de heipalen onder de huizen in Amsterdam. Dit ziet er indrukwekkend uit. Verderop rijzen twee nieuwbouwprojecten omhoog over de verder nog kale vlakte. Het linker bouwwerk wordt hogeschool Inholland, waar volgend jaar 7000 studenten de 33 verdiepingen zullen bevolken.
We gaan naar de skatebaan, de grootste betonnen baan van Nederland. We vergapen ons aan dit weidse speelveld met diepe bakken en witte vlakken, met prachtig Delfts blauw aan de randen. Het is er nog erg stil, maar later op dag hangen hier veel scholieren van het CBurg College rond.
We krijgen informatie over de twee gebouwtjes van het slibvijzelgemaal en over de woningen die van hergebruikt materiaal zijn gemaakt. Daarna haasten we ons naar de Buurtkamer om op te warmen. In een prachtige, lichte ruimte aan de zonkant worden we hartelijk ontvangen met koffie en thee en bewonderen we een expositie van klederdracht van het Geheugen van Oost.
Ook Zeebugereiland is Oost, en dat voelt hier in deze gezellige ruimte als thuiskomen.