In de zomer zwem ik ’s morgens met mooi weer.
Ik kan de verleiding niet weerstaan
en duik in ondergoed van de Zeeburgerkade naar Borneo.
Zoveel vrijheid, zwemmend in stilte, tussen de waterhoentjes en eendjes.
De aalscholvers en ganzen kijken toe.
Ik proef ijzer als ik water binnen krijg
en voel de algen bij het bestijgen van het reddingstrapje.
Snel droog ik me af met mijn t-shirt.
Het is 7 uur: vuilniswagens en de bouw aan het Kopgebouw verstoren de rust.