"Toen we in 1983-84 begonnen in de Copernicusstraat wisten we niet dat het onze laatste groentenzaak zou worden, maar 10 jaar later kreeg Wout een herseninfarct en moesten we er helaas mee ophouden," vertelt Thea die sinds september 2007 weduwe is. Zij en Wout hadden een duidelijke taakverdeling, als Wout naar de markthallen ging om in te kopen, zette Thea alles al klaar in de winkel, maakte een snoepschoteltje met bijvoorbeeld stukjes meloen of druiven om te proeven en zette koffie, waar de eerste klanten ook een kopje van konden krijgen. Wout maakte echter de uitstalling voor de winkel, het was zijn hobby om alles zo fleurig mogelijk uit te stallen. "Als er net radijzen waren, poetste hij ze op en zette ze te pronk." Wout was ook degene die de prijzen maakte, sommige producten werden onder de prijs verkocht om klanten te binden.
Wout noemde vaak wat plagerig de prijs in stuivers zodat de klanten moesten rekenen. Volgens Thea vermaakten ze de klanten ook door als Snip en Snap zogenaamd elkaar uit te schelden: "De klanten zeiden dan; pas op als je aan Thea komt, dan slepen we je over de toonbank." Thea werd vaak om advies gevraagd. "De mensen wisten dat ik graag kook en dan vroegen ze bijvoorbeeld. hoe ze spruitjes gezellig moesten maken." Behalve groente en fruit verkochten ze van alles waar de klanten om vroegen. "We hadden ook closetpapier en wijn zodat de mensen echt hun buurt niet uit hoefden om boodschappen te doen."
Naarmate er meer supermarkten kwamen werd het moeilijker. Volgens Thea was het sterke punt van hun buurtwinkel dat er altijd een vrolijke sfeer heerste, dat bijna alle klanten herkend werden en dat het vanzelfsprekend was dat er extra service werd geleverd. "Als er kwart voor 6 nog iemand kwam die gesneden groente wilde, dan gebruikte ik zonder probleem de net schoongemaakte snijmachine weer, voor een klant die dol was op overrijpe bananen bewaarden we de zwart geworden exemplaren en gaven die kado, kinderen die met een boodschappen briefje kwamen kregen het wisselgeld en de kassabon in een zakje mee zodat ze het niet zouden verliezen, klanten die slecht ter been waren kregen hun boodschappen thuisbezorgd en we hadden altijd losse appeltjes klaarliggen voor kinderen van klanten die na schooltijd even bij ons langs kwamen." Zoveel mogelijk werd ook geprobeerd aan wensen van klanten tegemoet te komen, een speciaal soort Griekse druiven of een speciale bloemkoolsoort... "Een keer bleven we zitten met 6 Hollandse bloemkolen, die waren te prijzig voor de buurt. Die hebben we toen maar zelf opgegeten."
Dit verhaal is het 1000e verhaal dat op het Geheugen van Oost is gepubliceerd!