Gerard Koopmans heeft het zijn overbuurman- Willem Staats van de melkwinkel op Madurastraat - vaak zien doen. Zijn ouders en de familie Staats waren goed bevriend. Melkwinkels werden indertijd vaak Melkinrichting of Melkslijterij genoemd, maar in de volksmond was het 'melkboer'. In Den Haag overigens melkman. Daar sprak men ook over de asman als de vuilnisman ( op z'n Mokums 'vullusman') werd bedoeld.
De ouders van Gerard hadden een was- en strijk inrichting op nummer 12 in de Madurostraat. Omdat de wasman en de melkman zo goed bevriend waren kwam Gerard vaak bij de familie Staats.
"Wanneer mijn moeder eten had klaargemaakt, wat mij niet zo lekker leek had ik de keus om aan de overkant aan te schuiven, afhankelijk van wat daar werd opgediend. Het gebeurde ooit dat mijn moeder erwtensoep op het menu had. Maar dat verwende knulletje leek het beter om maar even over te steken en bij de Staatsen te gaan eten. Daar heb ik smakelijk meegegeten. Weer thuis gekomen vroeg mijn moeder of ik lekker gegeten had en wat de pot schafte. Ik kon trots melden dat ik daar snert had gegeten en 'dat was lekker mam'. Veel later hoorde ik dat de families soms één grote pan erwtensoep maakten, omdat dat lekkerder was en ook voordeliger".
De wasman en de melkman
Het was geen peulenschil om een zware melkkar voor te duwen en nog minder om vele liters melk vele trappen op te sjouwen bij iedere klant. Gelukkig hadden sommige klanten een mandje aan een touw onder aan de trap hangen waarin de bestelde melk naar boven gehesen kon worden.
2620 keer bekeken