De oude Wetbuurt, een dorp

Het was genoemde Jaap Knol die in 1960 Rinus Michels zijn trainers carrière bij JOS liet beginnen.

 Straatwedstrijd op de Fahrenheitsingel, ca. 1942 met Simon ter Laare en Tijs Bokhorst.<br />Foto: mevr. A.ter Laare

Straatwedstrijd op de Fahrenheitsingel, ca. 1942 met Simon ter Laare en Tijs Bokhorst.
Foto: mevr. A.ter Laare

Alle rechten voorbehouden

Heerlijke herinneringen hebben wij aan de jaren van voor tijdens en na de Tweede Wereldoorlog aan deze buurt. Het was inderdaad een dorp op zich: de Fahrenheitstraat, Reaumurstraat, Celciusstraat, Von Guerickestraat, Torricellistraat en Weesperzijde. Pal voor de oorlog werd de Fahrenheitsingel er nog bijgebouwd. Iedereen kende elkaar en was lid of donateur van een van de verenigingen. Speeltuinvereniging ‘Frankendaal’, met de Kinderoperette o.l.v. tante Mien Velthuijsen, de knutselclub, kinderkoor ‘Het Harpje’, de Wandelclub of Harmonieorkest ‘Kunst na Arbeid’. Voorzitter was Ome Jaap Knol, die ook voorzitter werd van Voetbalclub JOS (nu JOS-Watergraafsmeer), opgericht in de Wetbuurt. Hier werd ook opgericht de Operetteclub OZG (nu OZG Orpheus), onder andere door mijn vader. De families Muller, Hofstede, Groesz en Velthuijsen speelden hierin een grote rol. Het was genoemde Jaap Knol die in 1960 Rinus Michels zijn trainers carrière bij JOS liet beginnen. Het vervolg hiervan is bij iedereen bekend. Ongeveer veertig winkels of bedrijfjes verdienden in de Wetbuurt hun boterham. Nu in 2004 is er nu nog één, de bakker! Er waren twee lagere scholen: de Abraham van Riebeeck school (waar nu de Open Hof is) en de Prinses Julianaschool. Spelletjes deden we nog op straat want er stond nog maar een enkele auto en schaatsen leerden we op de sloten achter de buurt. Het dorp was bereikbaar via de Schagerlaan, de Kruislaan of de Klugt en trap naar de Weesperzijde. Lopend kon ook, over ‘het Zand’ naar lijn 5 en 25 bij het Amstelstation. Het Zand was het opgespoten stuk grond wat nu het Amsteldorp wordt genoemd.

Alle rechten voorbehouden

48457 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

Abraham van Riebeekschool klassefoto

Abraham van Riebeekschool klassefoto

Alle rechten voorbehouden
 Foto van (vermoedelijk) de 1ste klas van de Abraham van Riebeeckschool van 1946. De foto is opgestuurd door Joop Weverling (zie zijn reactie onder dit verhaal). Namen die hij zich nog herinnert zijn: 1: Jantje Marinus, 2: Fritsie Veldhuis, 6: Henkie Kuiper, 8: Jopie Weverling, 11: Beppie Hoogland, 12 Akkie Tijsterman, 26: henkie Cremer (Kremer), 30: Anneke Bakker, 27: Japie Willemse.

Foto van (vermoedelijk) de 1ste klas van de Abraham van Riebeeckschool van 1946. De foto is opgestuurd door Joop Weverling (zie zijn reactie onder dit verhaal). Namen die hij zich nog herinnert zijn: 1: Jantje Marinus, 2: Fritsie Veldhuis, 6: Henkie Kuiper, 8: Jopie Weverling, 11: Beppie Hoogland, 12 Akkie Tijsterman, 26: henkie Cremer (Kremer), 30: Anneke Bakker, 27: Japie Willemse.

Alle rechten voorbehouden
 Joop Weverling (ongeveer 11 jaar) op het dak van de Reaumurstraat 34 met zijn vader, moeder en zuster Annie  en de hond Herta (zie verder zijn verhaal over Herta onderaan in de reacties).

Joop Weverling (ongeveer 11 jaar) op het dak van de Reaumurstraat 34 met zijn vader, moeder en zuster Annie en de hond Herta (zie verder zijn verhaal over Herta onderaan in de reacties).

Alle rechten voorbehouden
 Ijspret op wat wij toen 'de vijver' noemden, vlakbij waar nu de peuterschool Hummeloord staat tussen de schooltuinen en de voormalige voetbalvelden van JOS.<br />Voor zover ik weet staan hier 1: Ikzelf 2: Henkie Kuiper 3: Jantje Bonse. Graag meer info over de jongens op de foto. IJspret in de schooltuinen. Foto opgestuurd door Joop Weverling (zie zijn reactie onder dit verhaal). Op de foto staan in ieder geval: 1. Joop Weverling 2: Henkie Kuiper en 3: Jantje Bonse. Graag meer info over de jongens op de foto.

Ijspret op wat wij toen 'de vijver' noemden, vlakbij waar nu de peuterschool Hummeloord staat tussen de schooltuinen en de voormalige voetbalvelden van JOS.
Voor zover ik weet staan hier 1: Ikzelf 2: Henkie Kuiper 3: Jantje Bonse. Graag meer info over de jongens op de foto. IJspret in de schooltuinen. Foto opgestuurd door Joop Weverling (zie zijn reactie onder dit verhaal). Op de foto staan in ieder geval: 1. Joop Weverling 2: Henkie Kuiper en 3: Jantje Bonse. Graag meer info over de jongens op de foto. Door: Christina Mercken

Alle rechten voorbehouden

322 reacties

Voeg je reactie toe
Een bezoeker

Joop Jansen 1932

Beste mijnh. Taeko, Bedankt voor het complimentje dat U mij gaf. m.vr.gr. Joop

Een bezoeker

Peter Hendriks (1938)

Beste Loes en Joop; jullie hebben bijden gelijk wat betreft de bootverbinding van boer Van Rijn en Ome Bertus en Tante Riek van An-rooy. Alleen had Ome Bertus twee bootjes; nl. een roeiboot en een pontje. Dit pontje werd, zoals Loes schreef, voortgetrokken met een dik houten blok via een strak gespannen staalkabel over de vaart. Maar hoe
moest je nou, staande op de Weesperzijde, kenbaar maken dat je naar de overkant wilde!!! Ik kan me niet herinneren of er wel of geen bel aan de kant van de Weesperzijde hing. Wie het weet mag het zeggen!!!!

Een bezoeker

Taeko

Ik moet inderdaad toch zeggen dat de heer Joop Jansen zeer veel over zijn dingen die wat weet en ziet mee maakt ik ken blij dat dit nog allemaal via het geheugen van oost overal kunnen lezen en elkaar na bekijk

Een bezoeker

Joop Jansen 1932

Hallo Loes, Samen komen wij er wel uit. Over die witte huisjes geproken, je spreekt daar over "de kuil", maar kan het ook de "hibse krib" geweest zijn? Dat zit namelijk ook zo'n beetje in mijn geheugen?
De toegangsdeur van de woning van de hr.Kremer moet dan wel in de Torricellistraat geweest zijn en woonde hij boven de winkel van de meubelzaak van Mentinck? Ik dacht,dat mevr. v.d. Hulst, de moeder van Ben, later naar Zuid is verhuisd enwel naar de Bernissestraat. Hoe ik daar aan kom is mij ontschoten, ik dacht van Ben zijn neef, maar zeker weet ik dat niet meer.
In mijn tijd had ome Bertus een roeiboot en dat draaipontje was wel met een ketting, maar boer Van Rijn of (Verrijn) daarnaast had een koeienboot, waar hij zijn koeien naar de overkant mee bracht en deze had wel zo'n voortbeweging als jij omschrijft. Groetjes Joop

Een bezoeker

Loes Hormeijer

Beste Joop, als ik me goed herinner woonde Mijnhr Kremer op een bovenhuis boven of naast Mentinck (hoek Reamuurstr.) Inderdaad woonde tante Marie v.d. Hulst ongeveer tegenover ijsman de Waal. Ze woonde daar met haar vader en heeft hem tot aan z'n dood verzorgd daarna is ze verhuisd naar een van de huizen boven aan de dijk bij de Omval naast 't cafe bij het spoor viaduct. Ze woonde daar tot aan haar trouwen (op latere leeftijd) en is toen naar ik meen de Rozengracht verhuisd waar haar man woonde. Zij was de tante van Ben en Kees enz. dus de zuster van Ben's vader. Die rij kleine huisjes onder aan de dijk, wat toen het eind van de Weesperzijde was weet ik ook nog wel, werd "de Kuil" genoemd als ik het goed heb. Je had het over een draaipontje maar volgens mij ging dat zo. Aan elke kant van 't water was een wiel met een strak getrokken kabel dus als de pont of aan de ene of aan de andere wal was en er kwam een boot aan dan kon de kabel omlaag gelaten worden door dat wiel "te ontkoppelen" en als de boot voorbij was weer strak getrokken worden door aan dat wiel te draaien. Oom Bertus of wie dan ook gebruikte een blok hout aan een korte steel. Er zat een diepe gleuf in dat blok hout en daar liep de kabel door en zo werd die pont over de vaart getrokken :-) Met vr gr. Loes

Een bezoeker

Joop Jansen 1932

Wat is er nog over vanaf het spoorviaduct Weesperzijde tot aan de Hakkelaarsbrug bij Diemen?
Wij lopen over de Weesperzijde en zien café "de omval" geen pontje van ome Bertus, garage Slagboom met opstallen weg, het boerehuisje met het herenhuis ernaast weg, dan komen wij bij de Wetbuurt en zien geen bestraatte kluft, nogwel de stenentrap. Wij lopen verder. Het politiebureau,de schuilkelder en zelfs de P...bak heeft plaatsgemaakt voor gras aan de dijk. De oude witte huisjes aan de dijk bij de Celsiusstraat zijn verdwenen. Dan komen wij via de Weesperzijde langs nieuwbouw, waar vroeger het weiland van boer Van Rijn was, daarnaast had je vanaf de Weesperzijde een kluft met opstallen van een kolenboer en op dat einde een bietenkokerij. In een van die opstallen stond 's nachts ook de stinkbok van Verkaik, zo noemden wij die bok, daar je hem al van verre kon ruiken. Ook dit is verleden tijd.
Wij lopen weer verder, zien de schooltuintjes, lopen langs de Kruislaan en had je aan het begin nog een boerderij staan, die ze al in 1939 hebben gesloopt. De Weesperzijde maakt een ligte bocht en hier lagen weilanden, dat later sportvelden zijn geworden. Wij zien inmiddels de stalen ophaalbrug van Duivendrecht en het valt mij op dat het beneden aan de dijk moerassig is en de vaart zeer hoog staat daar je er niet bij stil stond wat een zorg de stad had om de Watergraafsmeer droog te houden (het is oorlog en energie was ook beperkt). Dan kom je nog langs een donker stenen herenhuis en zien volkstuinen met daarachter Betondorp. Wij lopen weer door, met Betondorp beneden ons en komen bij de Hakkelaarsbrug met aan de overkant het houten café met de reclame van Bols. Ook dit heeft moeten plaats maken voor een viaduct.
De Middenweg bestaat nog, zolang de pompen die het meer moeten droog houden niet weigeren hun werk te doen.

Een bezoeker

Joop Jansen 1932

Beste Loes, De hr. Kremer,zal dan wel de bezorger zijn geweest en dacht dat hij in de Torricellistraat had gewoond, maar het kan dat ik mij vergis. Hoor ik dat nog van je? De fam/ Schippers zegt mij niets, wel natuurlijk het politiebureautje. Die tante Marie v.d. Hulst woonde deze niet zo,n beetje tegenover Herman de Waal (ijsman)? Daar ken ik alleen de vader van mijnh. v.d Hulst, dus de opa van Ben. Ik wist als kind niet dat hij nog broers of zusters had. Daar ben ik pas in 1960 achter gekomen toen ik een v.d Hulst tegenkwam en bij een verhaal vertelde hij mij dat Ben een neef van hem was. Zo klein is de wereld. Groetjes Joop.

Een bezoeker

Loes Hormeijer

Beste Joop, jouw geheugen is enorm goed hoor :-) er werkte nml een zekere Kremer bij ons als broodbezorger. Ik geloof dat het Henk Kremer was en dat hij in Zuid bezorgde weet ik niet. volgens mij bezorgde hij brood in de "nieuwe wijk" (tussen Amstelstation en Fahrenheitsingel). Mijn opa was inderdaad iedere dag in de bakkerij en was ook de oprichter van de zaak. De Fam. Welman komt mij niet bekend voor, maar misschien herinner jij je op de hoek Weesperzijde /Reaumurstraat de fam. Schippers. geloof ik dat ze heten.? Hij was politie agent en er was een politiebureau onder aan de dijk bij de Reaumurstraat, dacht ik, waar hij werkte. Ze hadden twee zonen geloof ik, waar er 1 van naar Afrika is geëmigreerd. Met vr. gr. Loes

Een bezoeker

Joop Janen 1932

Beste Loes, Dat je niet in mijn geheugen zit, komt,doordat ik al een kereltje van acht jaar was toen jij pas geboren werd en misschien pas op je vierde jaar buiten ging spelen. Ons gezin is in 1944 naar Zuid verhuisd, waar zelfs een bakker met zijn bakkersbakfiets van jouw vader het brood nog bezorgde. Zo ver had je vader zijn wijk opgebouwd, maar in die tijd werden de broodbezorgers overvallen en heeft jouw vader die wijk opgeheven. In mijn geheugen heette deze bakker Cremer of Kremers. Je opa kwam altijd in de bakkerij, was hij niet de oprichter van jullie zaak daar ik hem in het maandblad "ons Amsterdam" op een foto heb zien staan? Ken je misschien wel de fam. Welman? Die woonde drie huizen van jullie zaak op de Weesperzijde. Ondanks dat ik je niet ken, vind ik het leuk om over deze herinneringen met jou te schrijven. M.vr.gr Joop

Een bezoeker

Loes Hormeijer

Beste Joop, mijn ouders hadden 4 kinderen :-) Ik ben van 1940, dan een broer van 1942, m'n zus in 1948 en jongste broer in 1952 geboren dus je ziet 2 in en 2 na de oorlog geboren. Mijn opa en oma woonden al vanaf het trouwen van mijn ouders denk ik op de Fahrenheitsingel nr 100. Mijnhr Koekenbier was een broodbakker en geen banketbakker, althans ik heb hem nooit anders gekend dan een broodbakker. Bakker van der Hoop uit Duivendrecht ben ik weer niet mee bekend, zo zie je maar weer. Op straat spelen is nu niet meer mogelijk, de straten staan vol met auto's. Ik zelf ben in 1963 vertrokken, maar m'n ouders hebben nog tot december 1993 op de Weesperzijde gewoond. Met vr. gr. Loes

Een bezoeker

Joop Jansen 1932

Beste Loes Hormeijer, Leuk om te lezen hoe de Wetbuurt na mijn vertrek na 1945 is verlopen. Ik wist niet eens dat jouw ouders kinderen hadden en moet jij na de oorlog of in de oorlog geboren zijn. Jouw opa kan ik mij ook nog goed voor de geest halen en dacht dat die bij jullie ook woonde. De hr. Koekebier was, dacht ik, banketbakker bij jouw vader, maar ik wist niet dat de fam. Morsink nog een dochter hadden waarmee hij getrouwd was. Dat zal dus wel en was dat buiten mijn gezichtsveld. Ik weet mij nog wel te herinneren dat een zoon Fons of Jos in de oorlog in Duitsland om het leven is gekomen.
Beste Loes, het was een gezellige buurt met inderdaad veel winkels en vergeet niet de concurent van je vader, die in de buurt ook nog zijn wijk met paard en wagen had, van der Hoop uit Duivendrecht heette deze. Als ik nu wel eens door de straten loop valt het mij de leegte zonder spelende kinderen op. De buurt is een stad geworden met een uitzicht naar de gigantische kantoortorens waar het Amstelstation nu een dorp bij lijkt. Ik merk dat ik oud wordt en moet ik met de tijd mee gaan, maar vind in mijn geheugen toch het verleden prettiger en dat zal de jeugd later ook weer hebben. M.vr gr.Joop

Een bezoeker

Loes Hormeijer

Joop Jansen heeft helemaal gelijk. Mijn vader had inderdaad een bestelauto verstopt in de schuur onder oude (meel?) zakken en zaagsel (van houtafval) Tegen het eind van de oorlog speelden mijn broer Jos en ik daar wel in. En na de oorlog kwam die auto weer naar buiten op lege banden en met dode accu.
Mijnheer v.d. Hulst werkte inderdaad bij mijn vader in de bakkerij en is later verhuisd naar de Fahrenheitstraat, volgens mij, en woonde daar op 1-hoog. Mijnh. Koekenbier (ook met een Morsink getrouwd, dus een zwager van Mijnh. v.d. Hulst) woonde op 't zelfde adres, maar in een benedenhuis en werkte ook voor mijn vader. Dan was er nog tante Marie v.d. Hulst (zuster) en die woonde in de Celsiusstraat. Groenteboer Verkaik kan ik me ook heel goed herinneren om de haveklap werden de zoons (behalve Leo was er Jan en ??) de deur uitgegooid met veel geschreeuw en dan kwamen de kleren het raam uit vliegen. De dochters waren toen geloof ik de deur al uit. Dan was er tegenover onze bakkerij de textielwinkel van Buma. Wat waren er veel winkels voor zo'n toch kleine buurt :-)

Een bezoeker

Ellen Kramer

Ben in 1967 geboren in de Reaumurstraat 25, voor mij Wim, Gerrit en Gio Kramer. Onze ouders hebben destijds het huis van mijn oma Jantje Groesz overkocht zij is toen op de Weesperzijde 285 gaan wonen. Kan me nog goed het knopenwinkeltje van de fam. Post herinneren en de kaasboer op de hoek van de straat. Hebben als kind allemaal op Prinses Julianaschool gezeten en daarna allemaal een beetje gaan uitwaaien door Nederland. Mijn email adres: ecmkramer@gmail.com

Een bezoeker

Joop Jansen 1932

Beste mensen, neem mij niet kwalijk,maar ik krijg de indruk dat deze site alleen door mij wordt gebruikt, wat echt niet de bedoeling is, maar is er dan nog iemand die ook zijn verhaal kwijt wil of alleen lezers die mijn taalfouten zitten te verbeteren (geintje hoor).

ONZE GOEIE OUWE WETBUURT.

Zoals U weet, woonde ik dus in de Reaumurstraat en was mijn vriendje Bennie v.d Hulst. Ik schrijf, omdat wij nog kinderen waren in verkleinwoorden. Het gezin v.d. Hulst bestond uit vader, moeder, 2 jongens en 2 meisjes. Mijnheer V.d, Hulst werkte bij Horremeyer als bakker en mevr. V.d Hulst (haar meisjesnaam was Morsink) haar vader had een textielzaak op de hoek Fahrenheitstraat-Toricellistraat. De oudste zoon was Bennie, zijn zusje Ellie, dan Ankie en Keessie. Het is mij pas later opgevallen dat de kinderen allemaal op een ie eindigden. Wat mij ook opviel was, ik speelde er veel, dat hun vader zijn brood met mes en vork at, dat was ik thuis niet gewend en vond dat prachtig en deftig. Zo zie je hoe een indruk dat op je maakte. Mijnh. v.d Hulst kon ook prachtig banjo spelen.
Als ik mijn geheugen terug breng naar toen, ik belde aan, zij woonden in de Celsiusstraat naast Gabbelen de groenteboer, liep je door een lange gang zo de huiskamer in. Rechts de radio, daarnaast het buffet en boven de radio een schilderij met een mijnwerker erop. Dit schilderij heeft een grote indruk op mij gemaakt, daar ik het nog precies voor mijn geest kan halen. Doorlopend kreeg je een uitgebouwde keuken met een waranda en een tuin welke op polderpijl lag. In deze tuin een schuur met kippenhok. Direct achter deze schuur had je een sloot en wij sprongen vanaf het schuurdak zo over de sloot het land op. Dit heeft Ellie ook eens gedaan, maar zij sprong net als elk meisje in het water, met haar benen wijd en dat heeft zij wel met een pijnlijke lies moeten bekopen.
Bennie zijn bed stond in een trappenkast van de gang en mocht ik samen in zijn bed plaatjes kijken in een boek van de jamfabriek uit Tiel en was genaamd Flippie. U moet wel bedenken dat wij jongentjes van een jaar of negen waren en dat prachtig vonden. Zomers hielpen wij Leo de zoon van de groenteboer Verkaik. Wij hielpen de stal van het paard schoonmaken, schillen voor het varken wat zij stiekem onder de mestvaal hielden ophalen. Dit varken heeft Leo zijn vader in de stal aan een balk vastgebonden en met een zware hamer zijn kop ingeslagen, dat ik als kind niet kon aanzien en gauw de benen heb genomen. Op het land achter de Celsiusstraat liepen de koeien van boer Van Rijn en deze pakten wij wel eens bij de horens en gingen die koeien als een gek ronddraaien, daar hingen wij dus aan en vonden dat geweldig leuk, behalve boer Van Rijn.
Aan de overkant had je bakker Horremeyer zitten en wat wij nooit hebben geweten was dat hij in de loods onder een stelletje rommel een bestelauto had staan, die hij na de oorlog te voorschijn haalde.
Naast de kluft had je de p..bak, dat ook onze speelbak was, daarnaast de schuilkelder en dan het politiebureau welke tegen de dijk tegenover de Reaumurstraat stond. U ziet wel dat wij een geweldig speelgebied hadden en vraagt U zich niet af hoe wij er uit zagen, dat moet U maar aan onze moeders vragen!
Tot het volgende verhaal, of misschien U?

Een bezoeker

Joop Jansen 1932

Wat hebben en hadden wij als oud bewoners en niet te vergeten, als kinderen met de Wetbuurt? Als ik in Brunssum bij mijn broer Adriaan op bezoek was, hadden wij het dikwijls over onze jeugd van zo'n 63 jaar geleden, hoe fijn en leuk wij het in de buurt hadden. Nu ik het toch over mijn broer heb, schiet mij de Rijnaken van Puls te binnen. Die lag tegenover Slagboom in de Keulsevaart. Een verhuisondernemer, Puls, laadden er meubelen en alles wat zij uit de huizen van onze joodse medemensen haalden in die aken. Deze mensen werden dus weggehaald, met achterlaten van hun huisraad en werd door Puls weggehaald en in die schepen geladen, afgevoerd als gift van die Hollanders voor Duitsland. (Aan mijn hoela)
Als kind, en nog meer van onze leeftijd, 10 a 12 jaar lagen we op onze buiken naast die boot te vissen op wat overboord viel. Het was meestal van generlei waarde, maar flesjes etc. vonden wij geweldig. Deze verhuiswagens werden met paarden voortgetrokken en stonden 's avonds voor de garage van Slagboom. Op een avond had mijn broer met zijn vriend in zo'n wagen ingebroken en een handnaaimachine mee naar huis genomen. Maar nu het verhaal: hoe een moeder, zonder het te willen, haar zoon bijna had aangegeven. Mijn moeder wilde die naaimachine niet hebben en is de volgende dag met die machine, mijn broer Adriaan en zij zelf naar het politiebureau in de Linnaeusstraat gegaan en de dienstdoende agent (gelukkig een goeie, er zat namelijk veel slecht volk tussen) zei alleen "neerzetten en wegwezen". Deze man verdient, als hij nog leeft, alsnog een lintje! Wij hebben van deze firma Puls, nog het werkwoord 'pulsen' overgehouden!

Een bezoeker

Joop Jansen 1932

Hallo Dien, Natuurlijk doe ik de groeten van jou en je zus aan Toon, Bets en Mientje. Fijn dat je de site leest en er dan op reageert. Nu een nieuw stukje geheugen, wat je beslist ook weet.

Zuidergasfabriek

Midden in de nacht, er vlogen iedere nacht Engelse vliegtuigen over, maar nu was hun doel de gasfabriek. Je hoorde wel wat explosies, maar niet zo veel en 's morgens hoorde je door de mensen op straat vertellen dat ze tijdbommen op de gasfabriek hadden gegooid. Ik kan mij niet herinneren of het zomervakantie was en welk jaar dat is geweest, maar de hele dag en de dag daarop waren er aldoor explosies. Wij waren niet bang en speelden ook op straat, daar de fabriek toch een kilometer ver stond. Toch is er een scherf van een centimeter of dertig tegen de achtermuur van de groenteman Verkaik in de Celsiusstraat gekomen. Op dat moment was ik in de tuin van mijn vriendje Ben v.d. Hulst en moesten wij van zijn moeder direct binnen komen. Of de fabriek buiten werking is gesteld, weet ik niet. Misschien kan een ander hier op reageren?

Een bezoeker

Dien Govers

Hoi Joop. Ik had de site over Zuid al gevonden en was ontroerd door het verhaal van Kittij Boermans die bij mij in de klas heeft gezeten en helaas is overleden. Ook ben ik verrast dat jij Toon van Diemen hebt weten te vinden. Ook Ria en ik hebben bij Bertels staan vissen naar olie, met een stok met een steelpan er aan. Tijdens het verdampen van het water hing er in de buurt een vreselijke stank, maar och het rook nergens meer fris. Wil jij van mij en mijn zus de groeten doen aan Toon, Bets en Mientje van Diemen. Groetjes Dien Govers

Een bezoeker

Joop Jansen 1932

Dames van de Wetbuurt die in de Vechstraat in Zuid op school zaten en de heren dus ook, maar dan in de IJselstraat, ga eens naar de site www.zuidelijkewandelweg.nl. Daar ligt ook wel een stukje roots dacht ik zo! Gr. Joop

Een bezoeker

Joop Jansen 1932

Nu ophouden over de kluft en pontje, we gaan over naar een volgend verhaal...
Ik was een jaar of tien en mijn broer Adriaan dan 14, wij schelen vier jaar met elkaar. Ik ben de jongste en was dus een meelopertje van mijn broer. De oorlog duurde voort en er waren geen kolen meer te koop, electrisch licht en gas was er ook niet en om toch te koken moesten wij kolen of hout zoeken. Wij hadden buiten het perron van het Amstelstation, waar de locomotieven, toen ze nog reden, hun vuur schoon maakten een hoop kolen tussen de sintels in de grond gevonden en groeven deze kolen uit de grond op. Heel wat aardappelenzakken vol hebben wij naar huis gebracht. Maar ja, dat hield ook eens op en ben ik met mijn broer en nog meer jongens een vlonder van een roeivereniging gaan slopen en brachten dat hout ook naar huis. Thuis maakten wij daar weer hele kleine houtjes van, om het noodkachteltje mee te stoken en kon moeder weer koken. Dat kacheltje moest je bovenop je eigen kachel waar een ronde vulopening in zat zetten. Mijnh. De Groot uit de Von Geurickenstraat 79, die loodgieter was, heeft dat kacheltje nog gemaakt. Ook dat hout raakte weer op en mijn vader, die net uit Duitsland was teruggekeerd, zei "ik haal wel even een spoorbiels". U moet weten dat de Duitsers de koperen bovenleiding met de rails hadden weggehaald en de bielsen netjes op de dijk hadden opgestapeld. Wij moesten met vader mee, gingen met het pontje van ome Bertus naar de overkant, rolden een biels van de dijk en brachten hem op ons karretje naar huis, dachten wij. Maar er was een oponthoud daar ome Bertus ons niet met die biels wilde overzette, bang dat als hij gesnapt werd zijn boot in beslag zou worden genomen. Zijn wij met die biels helemaal naar Duivendrecht, daar de brug over en weer terug naar de Wetbuurt, gelopen. Wij hadden een biels, maar geen grote zaag om dat ding in stukken te zagen. Hebben dat ding met een bijl en mes in stukjes weten te krijgen en het brandde als een lier met al die teer erin.
De volgende week: Wij eten kat!

Een bezoeker

Joop Jansen 1932

Beste Alwin, Dat pontje lag naast de boederij van Van Rijn en als wij naar de overkant van de Keulsevaart moesten, zeiden wij "we gaan bij ome Bertus of bij Van Rijn of het draaipontje." Dat draaipontje en Van Rijn was hetzelfde. Iedereen wist wat je bedoelde. De vraag: Dat pontje had een wiel net als een draaiorgel en een dikke ketting liep vanaf de wal door dat bootje en aan de andere kant er weer uit en ging over de bodem naar de overkant, waar hij weer verankerd was. Aan dat draaiwiel zal wel een mechanisme gezeten hebben. Door aan dat wiel te draaien, ging die boot van de een en dan weer naar de andere kant van de vaart varen. Hopelijk heb ik je dat pontje duidelijk gemaakt. Groetjes Joop.