In een telegram, in klad- of conceptversie, van 2 oktober 1942 wordt nog eens nader aangeduid hoe de razzia zal moeten verlopen. Er is een bespreking geweest op het Hoofdbureau van Politie. In dit telegram wordt benadrukt dat: ‘een en ander in gezamenlijkheid dient te gebeuren’. De diverse officieren dienen zich niet te beperken tot de eigen sectie of afdeling. ‘Zij dienen gezamenlijk de hun toebedeelde adressen te behandelen met het toegevoegde personeel, opdat de afhaling zo vlug mogelijk verloopt.’
In het telegram wordt aangegeven dat de 'Duitsche Ordnungspolizei' bij de razzia betrokken is. Per betrokken bureau (Singel, Houtmarkt, Marnixstraat, Overtoom, Warmoesstraat en Pieter Aertzstraat) worden minimaal twee Duitse politieagenten: 'gedirigeerd, bestemd voor begeleiding van de Joden, die aan de bureaus verzameld worden'. Auto's worden niet ter beschikking gesteld voor hen die lopen kunnen! Maar, voor zieken en ouden van dagen zijn Nederlandse politieauto's beschikbaar. Deze moeten wel worden aangevraagd bij kamer 16 van het Hoofdbureau van Politie. In geen geval mocht de G.G. en G.D. worden gebeld!
Uit het telegram blijkt dat: 'Joden verzameld door de bureaus: Adelaarsweg, Spaarndammerstraat, het Hoofdbureau en de Admiraal de Ruyterweg per politieauto naar het terrein Ter Gouwstraat worden vervoerd'.
Niet alles verloopt volgens plan.
Het was de bedoeling alles zonder incidenten te laten verlopen. Maar in diverse meldingen van de betrokken politiebureaus blijkt dat er hier en daar kleine opstootjes waren (stenen gooien naar de politie bijvoorbeeld, soms vanaf de daken). Wat helaas meer voorkomt, is het vernielen en/plunderen van de door de Joden verlaten woningen. Een voorbeeld: ‘het ingooien van een groot winkelruit van het perceel Pretoriusstraat, hoek Krugerplein’. Het is volgens de agent van politie Mulder niet duidelijk of er iets wordt vermist. Hij noteert: ‘maatregelen worden getroffen, dat het gat in de ruit wordt dichtgemaakt’ en: ‘Toezicht wordt gehouden’.
Lees ook: Een incident….. 1942