Voorbereidingen voor een razzia

Verteller: Frits Slicht Frits Slicht
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht

Op 1 oktober 1942 worden voorbereidingen getroffen voor een grootscheepse razzia in Amsterdam Oost.

Politiebureau Linnausstraat. Afgebeeld is Linnaeusstraat 121 met het Politiebureau. Aan de rechterkant een gedeelte v/h Sportfondsenbad, Fronemanstraat 5. <br />Bron: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Politiebureau Linnausstraat. Afgebeeld is Linnaeusstraat 121 met het Politiebureau. Aan de rechterkant een gedeelte v/h Sportfondsenbad, Fronemanstraat 5.
Bron: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Alle rechten voorbehouden

Dat de Amsterdamse politie ‘nauw betrokken’ was bij de diverse razzia’s in 1942 mag als bekend worden verondersteld. Uit het hierna volgende telexbericht blijkt wel hoe nauw. Het gaat om een politietelegram van 1 oktober 1942 (21.35uur).
Bron: NIOD, collectie 249-0363, Kort chronologische verslag, Heijink.

Het telegram betreft de regeling met betrekking tot een grote razzia van 2 en 3 oktober in Amsterdam Oost. Om welke adressen gaat het; welke politiebureau wordt ingeschakeld; hoeveel agenten moet iedereen ‘leveren’, etc.

Bureau 29 (Linnaeusstraat) was bijvoorbeeld verantwoordelijk voor 163 adressen in de Watergraafsmeer, de Transvaalbuurt en de Oosterparkbuurt. Bureau 10 (Kattenburgergracht) ging over 77 adressen in de Indische Buurt, de Dapperbuurt en de Oosterparkbuurt. Bureau 18 (onbekend) ging over 89 adressen aan de Weesperzijde, de lage nummers in de Vrolikstraat, de Oosterparkstraat, Iepenweg etc. Het Politie Bataljon Amsterdam (PBA) ‘kreeg’ 236 adressen in de Camperstraat e.o. toegewezen.

Aangegeven werd dat de aangehouden Joden niet naar de diverse bureaus moesten worden ‘geleid’ maar naar een terrein aan de Ter Gouwstraat. Voor alle duidelijkheid: de Ter Gouwstraat liep toen door tot aan de Polderweg.

Verder werd heel nauwkeurig aangegeven welke (+aantal) personen van welke bureaus moesten ‘worden vrijgemaakt’ voor deze razzia. Deze personen moesten zich op vrijdag (2 oktober) om 20.00uur in burgerkleding melden aangezien hun dienst dan zal aanvangen. Op diezelfde dag moesten zij zich om 12.00uur met het eigen bureau in verbinding stellen om te horen waar zij zouden worden gedetacheerd. Praktisch elk ‘gewoon’ politiebureau kreeg te horen dat ze een aantal mannen moesten detacheren (totaal ongeveer 100). Daarnaast werden ook van diverse ‘bijzondere bureaus’ een aantal mannen (ongeveer 70) opgeroepen (denk dan bijv. aan de Zedenpolitie, Economische Zaken, Centrale Recherche en de Kinderpolitie).

Daarnaast moest elke sectie en elk afdelingsbureau 2 man recherche ‘leveren’. Het PBA werd ook ingezet, er wordt niet aangegeven om hoeveel personen het gaat.

Alle rechten voorbehouden

1410 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe