Lenny zat op de Louise De Colignyschool op de Sparrenweg, een hervormde school. "Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit met tegenzin naar school ging. Het was een hele leuke school. In de vierde klas van de lagere school leerden we al Engels. We gingen naar concerten in het concertgebouw. Daar hoorde ik voor het eerst de Kindersymphony van Hayden. We kregen ook museumlessen en bezochten het Rijksmuseum en het Stedelijk. Door die lessen raakte je geïnteresseerd in andere musea. Onze buurman, meneer Rietveld werkte als portier in het Tropenmuseum. Als het zondags regende zei hij tegen mijn zusjes en mij: 'er is vanmiddag Balinees dansen, als jullie willen mogen jullie erdoor hoor!'" Na de lagere school bezocht Lenny de Mulo. "Die heb ik niet afgemaakt. Mijn moeder kreeg een tweeling en kon wel wat hulp gebruiken. Mijn vader vertelde ze dat niet meteen. 'Dat vertel ik wel met Pasen,'
zei mijn moeder.
Met vijftien jaar begon ik als kapster bij dameskapsalon De Jong in de Linnaeusstraat. Veel vrouwen uit de buurt gingen toen elke week naar de kapper. Vroeger kostte een wassen-watergolf 2 gulden 20, versteviging 50 cent en lak ook 50 cent. Dus voor 3 gulden 20 kon je keurig netjes zijn. Het was een drukke zaak met veertig man personeel. Er werkten toen al veel mensen van verschillende nationaliteiten. Het was er erg gezellig: we hielden kapperswedstrijden in de winkel, organiseerden onderling feesten en gingen met elkaar uit. Na twee jaar ging ik bij een betere zaak werken."
Wassen, knippen, watergolf
Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit met tegenzin naar school ging.
11359 keer bekeken