Ik kom uit een keurig gezin waar orde en regelmaat heerste. Mijn vader kwam uit Friesland en werkte als stukadoor. Tot mijn twaalfde werkte hij bij de wederopbouw. Veel vrouwen in de buurt moesten om rond te komen buitenshuis werken, bijvoorbeeld bij de Maggi- of de puddingfabriek, of bij Boldoot. Mijn moeder was huisvrouw. Ons gezin had het financieel goed: 'genoeg om pootje te baden, maar je kon er niet in zwemmen.' We woonden in een gezellige buurt. Als het mooi weer was zaten veel mensen met hun stoelen op straat, maar mijn moeder hield daar niet van. Ze hield ook niet van geroddel over de buren. Daar had ze geen tijd voor. Voor mijn moeder kwam het gezin op de eerste plaats. Het huis moest aan kant. De schoenen werden iedere avond gepoetst, en de was moest gedaan. Als wij uit school kwamen stonden altijd thee en broodjes klaar. Vroeger zeemde iedereen een keer in de week de ramen en werden de trappen geschrobd. In elke straat had je drie of vier 'vieze gezinnen' en daar piesten de kinderen lang van in bed. Dat wist je gewoon. In de vakanties gingen we met het hele gezin naar Friesland. Toen mijn zusjes en ik wat ouder waren mochten we alleen met de trein en de boot. Mijn moeder gaf ons geld mee voor een cola en een gevulde koek. In Sneek werden we opgehaald door opa en oma. Als we terugkwamen en het Friese accent hadden overgenomen zei mijn moeder: "Sorry schat, je bent nu weer in Amsterdam."
Ons gezin
We woonden in een gezellige buurt. Als het mooi weer was zaten veel mensen met hun stoelen op straat, maar mijn moeder hield daar niet van.
5260 keer bekeken