Monument "43 kinderen"

Verteller: Leopic1lattened.jpg Leo Boon

In 2023 werd in het Metis Montessori Lyceum aan de Mauritskade een monument onthuld ter nagedachtenis aan de Joodse leerlingen die tijdens de 2e Wereldoorlog gedeporteerd werden. Dankzij Milo Beenhakker, pedagogisch conciërge van de school, kregen wij toestemming om de toespraak die toen werd gehouden te publiceren.

Mauritskade 58 .<br />Foto: Beeldbank Amsterdam

Mauritskade 58 .
Foto: Beeldbank Amsterdam

Alle rechten voorbehouden

Toespraak Leo Boon bij de onthulling van het monument ’43 kinderen’

19 april 2023

 

Van Abel Herzberg, schrijver over de massamoord op de joden tijdens de Tweede wereldoorlog, is de volgende uitspraak:

‘Er zijn geen 6 miljoen joden vermoord, er is een jood vermoord en dat is 6 miljoen keer gebeurd. Zodat je,  als je werkelijk zou willen weten wat de Jodenvervolging betekent heeft, je 6 miljoen biografieën zou moeten schrijven van deze 6 miljoen enkelingen.’

Herzberg wilde met deze uitspraak duidelijk maken dat de moord op 6 miljoen mensen uit één bevolkingsgroep voor iemand die het niet heeft meegemaakt, een niet te bevatten getal is. Het getal is te groot, het enorme getal ontmenselijkt de slachtoffers,  het gaat ons verstand gewoonweg te boven.

Daarom is het zo goed dat er op steeds meer plekken in Nederland  monumenten worden geplaatst waarop de namen staan van de slachtoffers uit een stad, een dorp, een sportclub of een school.

Ook wij hebben zo’n monument en op dat monument staan de namen van de 36 joodse leerlingen - 4 meisjes en 32 jongens - die tot 1 september 1941 op onze school zaten en die daarna, vanaf de zomer van 1942, zijn weggevoerd vermoord in door de nazi’s opgerichte concentratiekampen in Polen.

Wat weten wij van deze kinderen, behalve hun naam, en de plek waar, en de datum waarop ze werden vermoord. Want dat is de reden waarom wij ze kennen en waarom ze op dit monument staan. Hun wrede dood heeft hun naam – in elk geval in onze school – bekendheid gegeven. Maar wat weten we verder van ze?

Bij iedere naam hoort een levensverhaal maar hier ontbreekt de tijd aandacht te geven aan ieder van de 36 leerlingen. Daarom wil ik een korte levensschets geven  van vier van hen die in elk geval twee dingen met elkaar gemeen hebben: ze waren leerling van onze school en ze stierven op dezelfde dag: in Sobibor, Polen, op 16 juli 1943.

Harry Wurms woonde in de Andreas Bonstraat nr. 19 III, samen met zijn moeder, Judith, zijn vader Carel en zijn kleine broertje David, die in 1934 werd geboren. Harry’s vader was diamantbewerker. Harry ging naar de vierde Montessori lagere school. Hij kon blijkbaar goed leren want op 1 september 1940 werd hij ingeschreven als leerling van de Derde Vijfjarige HBS. Zijn ouders zullen trots op hem zijn geweest. Hun zoon zou het verder schoppen dan zijzelf. Dezelfde hand die hem inschreef op de Derde Vijf in klas 1c, schreef hem precies een jaar later ook weer uit. Het was vermoedelijk de toenmalige directeur Gerrits die dit deed. Het uitschrijven van Harry en de 42 andere joodse leerlingen was de laatste officiële daad van deze directeur. Per 1 september 1941 verliet ook hij de school: hij ging met pensioen. Nog geen twee jaar later stierf Harry - 14 jaar oud -  in de gaskamer van Sobibor.

Jack Hondsregt woonde, samen met zijn vader Aron, die kleermaker was, en zijn moeder Judith in de Tilanusstraat 55 II. Zijn tante Eva, een zus van zijn vader woonde daar ook. Jack had de vierde Montessorischool doorlopen en werd in september 1939 toegelaten tot de Derde Vijf. Hij was twee jaar leerling van onze school, maar op 1 september 1941 moest ook hij weg. Zijn laatste klas was 2a. Hij gaat vervolgens naar het Joods Lyceum. Daar blijft hij maar een jaar. Moeder Judith, tante Eva en Jack – hij is dan 16 jaar - worden op 13 juli 1943 op de trein gezet naar Sobibor. Vader Aron zit op dat moment vast in een werkkamp bij Moerdijk. Uiteindelijk wordt ook hij via Westerbork naar Polen gestuurd waar hij op 31 maart 1944 sterft, als laatste van zijn gezin.

Alfred Peekel woonde samen met zijn vader Levie en zijn moeder Cornelia in de Ruyschstraat 129 I. Vader Levie was diamantbewerker. Ook Alfred was, net als zijn broer Samuel Leo, een leerling van de Vierde Montessorischool. Samuel Leo was ook een leerling van onze school en hij staat ook op het monument vermeld.  Alfreds klas was 1c. De laatste klas van Samuel Leo was 4c. Van beiden is niet bekend naar welke school zij daarna zijn gegaan. Samuel Leo werd al op 30 september 1942 vermoord in Auschwitz. De rest van het gezin ging op 13 juli 1943 op transport naar Sobibor. Alfred was toen 15 jaar.

Abraham Spier woonde, samen met zijn moeder Sara  en zijn vader Mozes Filip in de Tilanusstraat 77 huis. Zijn vader was handelsreiziger. Toen Abraham op 1 september 1941 werd weggestuurd zat hij in klas 3c. Het is niet bekend of en zo ja waar hij naar school ging na 1941. De ouders van Abraham moeten hebben beseft  dat de joden in Oost-Europa een zwaar leven tegemoet gingen. De familie Spier besloot onder te duiken. Daar moesten ze echter wel geld voor betalen. Toen hun geld op was werden ze op straat gezet. Omdat ze geen huis meer hadden en dus dakloos waren geworden, werden ze gearresteerd en naar Westerbork gebracht. Het moet een harmonieus gezin zijn geweest. Abraham was volgens een nabestaande een integere en zachtaardige jongen met een groot talent voor tekenen. Hij was 19 toen hij naar Sobibor ging.

Op dinsdag 13 juli 1943 bracht het lot Harry, Jack, Abraham en Alfred weer samen. Het transport van die dag, met daarin onze 4 leerlingen en hun familie bestond uit 1988 personen, 399 van hen waren kind (d.w.z. jonger dan 18 jaar). De avond ervoor, op maandagavond 12 juli werden in de barakken waar de mensen in Westerbork verbleven, de namen voorgelezen van hen die de volgende dag met de trein naar het oosten moesten. Dat leidde steevast tot grote paniek bij veel van de genoemden. Want hoe erg Westerbork ook was, je wist wel waar je aan toe was. Van wat er in het oosten gebeurde had men geen idee. Volle treinen vertrokken, een week later kwam dezelfde trein leeg terug. Er gingen al wel geruchten over wat er met de joden in Polen gebeurde maar men kon of wilde niet geloven dat dat waar was. Maar instinctief voelde iedereen aan dat het beter was niet op de transportlijst te staan.

Op donderdag 16 juli 1943 kwam de trein aan in Sobibor. Zodra iedereen was uitgestapt werden mannen en vrouwen gescheiden. Kleine kinderen bleven bij hun moeder. Het kamp was zodanig opgezet dat niemand bij aankomst ook maar enig idee had wat er ging gebeuren. Vaak besefte men pas in de gaskamer wat er ging gebeuren. En dus sloten de deuren van de gaskamer zich achter Harry Wurms en zijn kleine broertje David en zijn vader Carel en zijn moeder Judith, ze sloten achter Alfred Peekel , zijn vader Levie en zijn moeder Cornelia, ze sloten achter Jack Hondsregt, zijn moeder Judith en zijn tante Eva, en ze sloten zich achter Abraham Spier, zijn moeder Sara en zijn vader Mozes Filip.

Toen op 1 september 1941 alle joodse leerlingen het openbare onderwijs moesten verlaten, kon niemand vermoeden wat ruim een jaar later zou gaan gebeuren. De schooldirecteuren die briefjes stuurden naar alle ouders van leerlingen waarin ze moesten aangeven of hun kind joods was of niet, zullen vaak het gevoel hebben gehad dat wat ze deden niet deugde. Maar dat dit een belangrijke stap was in de richting van  een gigantische massamoord konden zij niet weten. Wij weten het nu wel. Na de oorlog is geen enkele directeur op deze handelswijze aangesproken. Velen bleven hun carrière voortzetten na de bevrijding.

Toen ik enkele weken geleden tijdens een gastles over dit onderwerp de briefjes aan de leerlingen liet zien die de ouders moesten invullen om aan te geven of hun kind joods was of niet, stelden een aantal leerlingen de vraag: waarom deden die ouders dat? Wat bezielde hen? Het zijn begrijpelijke vragen maar het zijn ook vragen die gesteld worden vanuit de kennis die wij nu hebben. Geen enkele ouder wil dat zijn of haar kinderen worden vermoord. Geen enkele ouder zal daar ooit aan meewerken. Uit het feit dat ze deze briefjes invulden kunnen we slechts afleiden dat ze geen idee hadden wat het lot van hun kinderen en van henzelf zou worden. Wel wisten ze, met de razziá’s van februari en juni 1941 nog vers in het geheugen, dat er met de Duitse bezetter niet te spotten viel.

Eén September 1941 is de zwartste dag in de geschiedenis van het Nederlandse onderwijs. Het is de dag dat, daartoe gedwongen door de Duitse bezetter, van overheidswege werd meegewerkt aan het organiseren van een maatregel die ongekend racistisch en discriminerend was: het wegsturen van een groep leerlingen vanwege hun zogenaamde ras en/of geloof. Je zou denken dat deze dag in het onderwijs speciale aandacht krijgt. Niets is echter minder het geval. Ik weet zeker dat er in geen enkele kamer van wethouders en ministers van onderwijs in Nederland een plaquette hangt met de tekst : Nooit meer 1 september 1941.

Want wat zou het goed zijn als dat wel zo zou zijn. En dat er dan een bezoeker komt bij die wethouder of die minister en die bezoeker vraagt: wat wordt er met die tekst bedoeld? En dat dan de wethouder of minister iedere keer opnieuw moet uitleggen wat er op die dag is gebeurd, weliswaar in opdracht van de Duitse bezetter, maar met medewerking van honderden Nederlandse ambtenaren. En dat die wethouder of die minister dan afsluit met de woorden: en het is mijn taak en die van mijn opvolgers, ongeacht hun politieke kleur, er alles aan te doen dat zoiets nooit meer mag en kan gebeuren.  

Dank u wel.

 

Alle rechten voorbehouden

146 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

De HBS bij het Oosterpark. De 3e Hogere Burgerschool aan de Mauritskade. Rechts: toegangshek naar het Oosterpark. Bron: Beeldbank, Stadsarchief Amsterdam.

De HBS bij het Oosterpark. De 3e Hogere Burgerschool aan de Mauritskade. Rechts: toegangshek naar het Oosterpark. Bron: Beeldbank, Stadsarchief Amsterdam.

Alle rechten voorbehouden

2 reacties

Voeg je reactie toe
Foekje Detmar

Freda Cohen Rapoport: Pand op de foto

Beste Freda,

dat klopt. Het is het Laboratorium voor de Gezondheidsleer, Mauritskade 57.

Vriendelijke groet,
Foekje Detmar

Freda Cohen Rapoport

Pand op de foto

Volgens mij is dit niet het Metis Montessori College maar het huidige Generator Hotel.