Mijn oma en opa woonden in de Billitonstraat, pal naast de Billitonschool op drie hoog.
Als ik op visite was met mijn ouders, stond ik door het houten traliewerk van het achterbalkon jaloers naar de spelende kinderen op het binnenhofje te kijken.
Maar gelukkig was er altijd wel een opkikkertje, want Oma bakte heerlijke koekjes of ze douwde een gulden of een rijksdaalder in je kleine hand.
"Voor later,” fluisterde ze dan. "Niets tegen Opa zeggen!” en ze gaf me een grote knipoog. Ach, die oma's van vroeger...
We vierden er Oud en Nieuw in 1963. Het was zou koud, het vroor de wielen van de auto's aan de straat.
Bij ons vertrek wilde onze auto niet starten. Die duwden we dan om 2 uur nachts naar de Molukkenstraat en daar probeerde mijn vader, door van de helling naar beneden vaart te maken, hem in de versnelling te gooien. Wel drie keer moesten we de wagen weer de helling naar de Zeeburgerdijk opduwen.
Eindelijk sloeg hij aan en konden we naar de Tugelaweg, naar huis!
Tussen twee haakjes, een helling is misschien een te groot woord voor die glooiing van de weg...