Het tasje van oma
Het tasje van oma, met de kleine portemonnee, waaruit ze wat geld telde voor een boodschap bij juffrouw Tuin in de Vrolikstraat. Juffrouw Tuin was minstens twee en negentig en ze had nooit haast. Zolang ze haar kruidenierswinkel bestierde veranderde er niets. Erwten en bonen schepte ze uit de onderste laden van de hoge grutterskast met emaille naamplaatjes. Het rook er naar Oudewijvenkoek en naar Sunlightzeep, waar oma zich mee waste en daardoor haar hele leven een perzikhuidje hield.
Het tasje van oma, met het flesje Boldoot, dat ze inzette voor allerlei kwalen en gebeurtenissen. Was ik een beetje misselijk dan hield ze haar zakdoekje, besprenkeld met dat wondermiddel, onder mijn neus.
'Diep snuiven,' zei ze en warempel, de misselijkheid of hoofdpijn verdween als sneeuw voor de zon en viel je je knie stuk dan werd de eau de cologne gebruikt als ontsmettingsmiddel, auw, dat deed pijn.
Het tasje van oma, met de pepermuntjes. Om te troosten bij buikpijn en kinderverdriet, om gaaphonger te verdrijven en voor een frisse mond.
'Niet doorbijten dan breken je tanden,' waarschuwde ze, maar natuurlijk deed ik dat toch en zeurde dan om een nieuwe en dan nam oma er zelf ook een. Zij moest wel voorzichtig zijn, want ze had al jaren een kunstgebit, vroeger een goede investering om verdere tandartskosten te vermijden.
'Wie het langst kan blijven sabbelen,' zei Oma en natuurlijk won ze, want kinderen hebben geen geduld.
Het tasje van oma, met het geheime vak waarin ze de luchtpostbrieven van haar geliefde schoonzuster Kitty bewaarde, net op tijd met haar man aan de oorlog ontkomen en altijd in Zuid Afrika gebleven.
Bij haar bezoek, eens in de drie jaar, ritselde en ruiste het; bontjas, hoedje met voile, wolken parfum, oma's eenvoudige huiskamer aan de Kastanjeweg veranderde door tante Kitty's aanwezigheid in een extravagante hotellounge. Niet zelden waren ook de andere zusters van opa, net zo buitensporig als zij, van de partij. Als weduwe liet tante Kit zich tot het eind van haar leven bedienen. Haar appartement stond altijd vol bloemen. 'Ze zijn zo lief voor me,' schreef ze, ach, wist ze veel, het einde van de apartheid was nog lang niet ter sprake.
Het tasje van oma met een lok haar van het jong gestorven zoontje, haar derde kind en voorganger van mijn vader. De lok zat in een rood zijden zakje, samen met de gouden trouwring van opa, die maar 61 jaar werd.
Het tasje van oma is nu van mij. Het is een zwart tasje. De brieven van mijn oud-tante Kitty zitten nog in het geheime vak en de geur van eau de cologne en pepermunt is in het leer getrokken. Oma en opa's trouwringen draag ik elke dag...
Anneke Koehof © 13 juli 2016
ov
lees ook: NOVEMBERIGE GEDACHTEN