De moeder van Wil kon pianospelen, maar er was geen piano in hun woning aan de Baweanstraat. Een tijdje kon een piano geleend worden van kennissen, die paste precies tussen het opklapbed en de schuifdeuren. Maar het instrument moest weer terug.
Een van Wil’s vroegste kinderherinneringen aan Pasen is dat haar moeder gewapend met zakdoeken en een pot thee voor de televisie ging zitten waar de Mattheus Passion – met Aafje Heijnis in een van de hoofdrollen – werd vertoond. Op voorwaarde dat ze 2 uur lang stil zou zijn , mocht Wil er naast komen zitten. Toen het ‘Erbärme dich’ klonk, begreep Wil waar de zakdoekjes voor dienden: de tranen liepen langs moeder’s gezicht. Toch was moeder niet verdrietig, ze genoot …
Op haar manier genoot Wil ook, net zoals ze het harde psalmgezang van haar lagere school onderwijzeres, juffrouw Neumann, kon waarderen. Juffrouw Neumann zong terwijl ze achter het traporgel zat, de meeste kinderen moesten stiekem giechelen, maar Wil werd bekoord door de muziek. Achteraf denkt ze dat de 3e Eltethoschool haar sluimerende muzikaliteit heeft doen ontwaken. Mijnheer Padding – het schoolhoofd – studeerde driestemmige canons van Bach in met de leerlingen en stimuleerde ook het toneelspelen van de kinderen. Uitvoeringen waren er tijdens de afscheidsavond in het Elthetogebouw en soms in de Elthetokerk.
Op de H.B.S. leerde Wil zichzelf gitaar spelen en begon liedjes te schrijven voor het schoolcabaret, waar ze al ontdekt had dat ze dol was op toneelspelen. Tijdens haar PABO opleiding volgde ze wat muziekcursussen, maar echt zangles heeft ze nooit gehad. Daarna rolde ze als vanzelf van het een in het ander tijdens haar school loopbaan: van basisschool leerkracht naar muziekdocent, eerst op een school in de Bijlmer, later op een school in de Watergraafsmeer, de WSV. Op die laatste school zaten veel kinderen die een instrument bespeelden en het school orkest en schoolkoor waren snel gevormd. Wil heeft met hen veel opvoeringen gegeven tijdens festiviteiten, bijvoorbeeld Koninginnedag viering. Tijdens een uitvoering in het Pleintheater kwam Wil’s oude kleuterjuf – juffrouw de Wever, met wie ze altijd contact had gehouden – na afloop naar haar toe. “Kijk ze daar nu eens staan, dat kleine, verlegen meisje uit de Baweanstraat. Ik voel nog je kleine handje in mijn hand als je mij groette op de kleuterschool “
Muziekdocent zijn is lichamelijk erg vermoeiend , in 2004 nam Wil afscheid van de school en richtte haar eigen muziektheater voor kinderen op “muzikaal kabaal”. Gedurende 8 jaar werkte ze samen met kinderen aan teksten en muziek en vele opvoeringen kwamen tot stand. Samen met de jarenlange ervaringen als muziekdocent vormde dit een rijke bron waaruit Wil en collega Gon Hoefsloot geput hebben om een volwassen voorstelling te maken. In 2017 toeren ze met hun voorstelling ‘Zing, verdomme Zing!’ langs kleine theaters. Ze hopen daarmee ook de Pabo’s en muziekcongressen te bereiken.
Lees ook: Een familie in de Vetsteeg