Ik speelde gitaar en nam die vaak mee naar het Amstelstation. Wij waren de hangjongeren van die tijd. Ik speelde dan gitaar voor de meiden die daar op afkwamen. Dat klonk zo mooi in die stationshal. Samen met mijn broer Jan (ook gitaar) hebben we nog Ria Valk in het clubgebouw van Frankendaal begeleid. Ze zong toen nog Franse liedjes. Ook speelde ik in een bandje met Cees Hamelink. Die woonde met zijn ouders op de Fahrenheitsingel op de hoek van de Von Guerickestraat en speelde contrabas. In dat bandje speelde ook de toen nog onbekende pianist Louis van Dijk.
Mijn broer Jan richtte later een bandje op samen met broer Hans. Het heette 'The Apron Strings'. Rob de Nijs heeft daar nog bij gezongen, waardoor het 'Robbie and the Apron Strings' ging heten. Ze werden ontdekt door Bob Bouber, die een band zocht. Hieruit ontstond 'ZZ en de Maskers'. Ze hadden veel succes in de 60'er jaren, vooral met het nummer Dracula.
Zie ook www.jandehont.nl