Het is na de oorlog en ik zit dus bij het pontje van ome Bertus aan de wallenkant.
Er is een roeiboot met een klein dekje, aan weerszijde een hekje waar je dan je fiets tegen aan kon zetten. In gedachten ga ik met de pont mee en aan de overkant links af, richting Duivendrecht.
Hallo: hoor ik jullie denken, dat heb je al eens een keer verteld. Inderdaad, maar ik wil toch nog even bij de boerderij van v.Rijn stil staan.
Waarom: om het nog eens over die boten van v.Rijn en het pontje daar te hebben. De boot van deze boerderij had een uitsparing in de Weespertrekvaart en je moest daar altijd omheen lopen.
Deze boot werd gebruikt om de koeien naar de overkant te brengen. Via een stalen lijn werd hij naar de overkant werd getrokken. Daarna konden ze die lijn weer laten vieren. En nu komt het: 30 meter verderop had je ook een overhaal en was er een draaipontje. Daar liep een dikke ketting doorheen en deze lag op de bodem van de vaart. Door een mechanisme dat met een groot wiel werd bediend trok deze zich heen en weer.
Welke brave borst of borstin kan zich dat ook nog herinneren ?
Als we verder doorlopen komen we langs de Atlas dropfabrieken, dan de molen zonder wieken (hij bestaat nog steeds) en zie ik tijdens het lopen mannen aan het poeren. Wat is dat ? Zullen jullie misschien vragen.
Dat is: Een bal met levende wormen met garen aan elkaar geregen, dit aan een touwtje met stok.
Een zinken teil aan een lange stok, deze vullen met water,zodat hij net niet zinkt en dan met die bal met wormen heen en weer bewegen en als er een paling aan vastzuigt hem snel in die teil zien te krijgen.
Dat is allemaal verleden tijd daar er geen paling meer in de vaart zit.
Wij krijgen naast die molen de fabriek van Rath & Doodeheefver en nu mijn vraag: Er staat mij zo bij,dat ik pal na de oorlog daar achter dat hek van die fabriek een hoop soldaten heb zien lopen. Waren dat geen Duitse soldaten die daar gevangen werden gehouden?
Ik word door een vrouw op mijn schouders getikt en ze vraagt: 'Waar kijkt U naar ?'
Mijn antwoord is: Naar die stalen wallenkant die ze geheid hebben om de Watergraafsmeer tegen dijkdoorbraak te behoeden.