Ja mensen, ik zit weer op mijn praatstoel en daar heb ik geen problemen mee. Daar weetJo Haen over mee te praten, daar ik met de wandelingen door Oost door haar wel eens tot stilte gemaand moet worden als zij iets aan de mensen wil vertellen. Nu wil ik u eens vertellen hoe ik mijn jeugd in de crisisjaren, toen ik nog een kleutertje was, heb ervaren.Ik, als jongste jochie van vier kinderen, woonde in de Transvaalbuurt, waar ik ook geboren ben. Mijn vader en moeder hadden een verhuisziekte, zei mijn oudste broer altijd. Voordat ons gezin in 1938 naar de Wetbuurt verhuisde woonden wij in de Transvaalstraat hoek Schalk Burgerstraat.Ik ben van 1932 en heb niet zolang meer te leven, ik wil 95 jaar worden, dus reken maar uit hoeveel jaar ik nog te gaan heb. Eén ding hoop ik, dat mijn hersens of wat er voor door moet gaan, blijven functioneren.Ik begin vanaf mijn zesde jaar toen ik in de Transvaalstraat woonde. Het was armoede, maar daar had je als kind geen weet van. Mijn moeder kocht wel eens kleertjes bij een vrouwtje in de Schagerlaan, die een lompenwinkeltje had. Zo had ze voor mij eens een hoedje met een veertje erop gekocht, waar ik zo’n hekel aan had dat ik hem steeds van mijn kop aftrok.Mijn zuster Fiena, die zeven jaar ouder was, moest mij naar de kleuterschool op het Linnaeushof brengen. Ik was een weglopertje en dat gebeurde meestal op de Middenweg, waar veel fietsers reden maar ook de Gooise moordenaar. Zij was als de dood. Dit kan ik mij nog goed herinneren. Ik weet nog, dat ik de fontein bij de sloot voor Huize Frankendael zo mooi vond, dat zij mij altijd moest wegsleuren.Beste mensen, Huize Frankendael ken ik alleen van buiten. Tijdens de laatste wandeling met Jo Haen mochten wij even binnen neuzen, maar dit huis staat bovenaan mijn verlanglijstje om het van binnen eens helemaal te bekijken en er foto’\s te maken.Brave Borsten, dit leest en ziet u misschien in ‘Heerlijke gedachten 15’.
Heerlijke gedachten (14)
Mijn jeugd in de Transvaalbuurt.
1934 keer bekeken