Ik zat van 1959 tot 1965 op de Pieter Zeemanschool waar de meeste kinderen uit de buurt naar toe gingen. Het was een mooi gebouw, opgetrokken uit zacht geel kalksteen. In het speelkwartier krasten veel kinderen met scherpe stokjes gaatjes in het zachte steen. Het ‘hoofd der school’, mijnheer Borstel, was een kleine man met vriendelijke ogen, hij gaf Franse les aan de vijfde en zesde klassen: Marie a une Poupee, la Poupee est sage.
In de winter konden we bollen kopen op school; tulpen, narcissen, hyacinthen en krokussen. Die werden thuis in een donkere kast gezet en na een aantal weken kwam de bol boven. Vanaf dat moment hing ik iedere dag boven de bol om te kijken of de groei naar wens ging. Daarna werden met alle bollen in de gang een ‘tuin’ aangelegd. De bollententoonstelling rook heerlijk! De kinderen die de mooiste bol kweekten, wonnen een prijsje. Wat weet ik niet meer, maar ik was altijd bloednerveus dus het was wel iets waarvan een kinderhart sneller gaat kloppen. In een kamertje werden prachtige oude schoolplaten bewaard. Heerlijk als de meester een verhaal vertelde bij zo'n mooie plaat. Twee keer per jaar verscheen in het kamertje een ‘martelwerktuig’, de schooltandarts arriveerde… Je kon ook sparen op school, met een automaat met slinger. Kwartje er in, slingertje draaien en het kwartje was op je boekje gezet. Als je trouw spaarde, kreeg je mooie plaatjes.
Het afscheidsavondje van de zesde klas vergeet ik nooit. Wij moesten gedichten van Hieronymus van Alphen opzeggen (vreselijk!). En in crinoline, kuitbroek en pruikje moesten we een Badinerie dansen. Ik was klein en danste met Hans Roosendaal die groot was. Toen hij onder mijn arm draaide, bleef zijn pruikje aan mijn mouw hangen. Het publiek bleef er bijna in. Ik ook, maar dan van schaamte.
---------------------------------------
Om terug te keren naar de Pieter Zeemanschool in de rubriek 'MIjn schooljeugd', klik op Prof. Pieter Zeemanschool.
Eventuele reacties in die rubriek plaatsen.