Ik heb de verzekeringspapieren van mijn grootvader nog, uit 1898. Mijn grootvader had een aardappelhandel in de Tweede Parkstraat op nummer 45. Mogelijk heette dezelfde plek later Iepenplein 21 en daarna werd het Iepenplein 5. Dat veranderde omdat de weilanden steeds meer werden volgebouwd. Mijn vader nam de zaak over in 1925 en ging ook groenten verkopen. In 1954 kwam ik in de zaak. Ik had eigenlijk elektricien willen worden, maar daar was weinig in te verdienen en ik had inmiddels verkering. Ik heb er geen spijt van gehad, ik heb leuk gewerkt. Ik ben er zelf kruidenierswaren bij gaan verkopen. Mijn vader had als één van de eersten een diepvrieskist in de winkel, voor de Vita-diepvriesgroenten. In de late jaren zestig wilden mensen ijstaarten eten met de Kerst, maar niemand had een diepvries thuis. Ik zorgde dat vóór de Kerst de diepvries zoveel mogelijk leeg was en dan ging ik ‘s morgens op Eerste Kerstdag de ijstaarten ophalen bij de groothandel. Tussen half vijf en half zes konden mensen de ijstaart in de winkel op komen halen. Dat was het gezelligste uurtje van het hele jaar. De één nam een borrel mee, de ander een stuk kersttaart. Ik heb dertien jaar in de winkel gezeten. De eerste twaalf jaren heb ik goed verdiend, maar het dertiende jaar heb ik alles ingeteerd. West werd gebouwd, Osdorp en Geuzenveld, en de grote gezinnen gingen weg. De panden naast mijn winkel werden afgebroken. Er kwamen Surinamers in de buurt wonen. Dat waren beste mensen, maar ze aten mijn groenten niet.
Van vader op zoon
Eind jaren zestig wilden mensen ijstaarten eten met Kerst, maar niemand had thuis een diepvries.
6189 keer bekeken