Het is juist dat je aan Ome Toon de ijscoman kon zien waar de winst bleef. Mijn vader (die een melkwinkel had op de Reinwardtstraat) vond hem dikwijls 's morgens vroeg, zijn roes uitslapende tussen de lege slagroomflessen, als hij zijn bakfiets ophaalde bij de karrenbaas in de Wagenaarstraat waar ook de ijscokar van ome Toon stond. De "Beliner bol man en vrouw" woonden in de Reinwardtstraat, waar overdag het bakfietsje met de witte bak stond.