Boven de kolenboer

Auteur: Otto Nordmann

De foto van het echtpaar op de scooter is pal voor mijn geboortehuis genomen, n.l. krugerplein 15, waar ik met mijn ouders, broer Ruud ( Rudie, Rudolf, Dolf ) en zus Els hebben gewoond van 1942 tot 1967. Ik ben geboren in 1951 en heb er bijna 17 jaar gewoond.
De kolenhandel werd inderdaad uitgebaat door Zevenhek, maar ook door Brevee ooit.Op de foto zie je het portiek waar een prachtig tegeltableau was te vinden in zuivere jugendstil. De regenpijp heb ik menigmaal beklommen, want als er niemand thuis was kwam ik zo boven en met mijn voet deed ik het raampje open en kwam zo uit in het pijpenlaatje, zo heette dat, en boven was de deur altijd open. We woonden op 3 hoog.
Het randje op de foto boven het trottoir, (had je trouwens overal) gebruikten wij voor RANDJE-TIK. Met een kleine bal moest je dan zo veel mogelijk keren achter elkaar het balletje vanaf het schuine randje laten terugspringen en opvangen zonder dat de straat werd geraakt, Met de stoepranden deden wij iets soortgelijks en het heette STOEPIE. Een bal, b.v. een voetbal, werd van de ene kant van de straat op de trottoirband aan de overzijde gemikt en als de bal dan bij je terugkwam, de straatstenen nog rakend, had je 1 punt. Kaatste de bal terug zonder de straat te raken en ving je de bal dan kreeg je 5 punten. Kon je bij het vangen nog op de stoep blijven staan, dan verdiende je 10 punten. Ook deden we daar voetballen met lantaarnpalen als doel, ook al ging er af en toe een mes in de bal, omdat ie tegen het ruit kwam van Mijnheer van Woersem. Ook speelden we BORDJE-TIK, met een hele rij kinderen achter elkaar, maar de precieze spelregels ben ik vergeten. Belangrijk vind het om te vermelden vat we deden aan GORREN. Hiertoe werden in het asfalt putjes gebrand met een gloeiend hete staaf ijzer. De putjes werden op gelijke afstand van ongeveer 10 cm horizontaal over de helft van de breedte van de weg voorzien van knikkers en 1 putje was een halve meter verderop,waar ook een een knikker in werd geplaatst. Je moest dan met een zware stalen knikker,LOOIE DAILLE of zoiets, op wel 50 meter afstand een knikker zien te raken en alle knikkers ter linkerzijde waren dan de jouwe. Raakte je de knikker die moederziel alleen stond,dan waren alle knikkers,wel 15, van jou.
Verder deden we daar tollen, diefje met verlos spelen, achter auto's hangen met rolschaatsen aan, kerstbomen veroveren en op oudejaarsavond in de fik steken, kunstfietsen op het pleintje en niet te vergeten de fantastische AUTOPEDRACES, vanaf de bakker op de hoek , (daar hing een klok die als chronometer diende), met gevaar voor eigen leven de majubastraat door, smitstraat, dan door de pretoriusstraat om je dan voor de bakkerszaak over de finish te gooien.
Lieve mensen, wat een mooie jeugd heb ik toch gehad, daar op dat krugerplein.

Otto Nordmann

Alle rechten voorbehouden