Wat een ontzettend leuk verhaal en wat goed dat deze ramen zo gaaf bewaard zijn gebleven.
Ik ben een kleinzoon van apotheker Schrijnen. Pierre Schrijnen heette hij net als mijn vader. Ook zijn broer Denie had een apotheek, maar dan in Venlo. Voor ons was de hoek van de Crommelinstraat tegenover het Tropeninstituut een soort bedevaartplaats. Als je in Amsterdam was, moest je even langs die hoek, want daar stond je naam in een mooie sierlijke boog op de gevel: "Apotheek Neujean Schrijnen". Kennelijk was de apotheek door ene Neujean overgenomen, maar dat gaf niet.
Een nicht van mij, Jos Kahmann, was ook op zo'n sentimental journey op zoek naar de apotheek en het huis van haar (en dus ook mijn) groutouders. Dat huis stond tegenover de apotheek en was het enige in de straat met een erkertje op de 1e verdieping. Mijn opa wilde dat erkertje graag voor mijn oma die veel ziek was. En via de erkertje had ze toch een prettig zitplekje en een mooi beeld op het Tropenmuseum. En de gemeente vond het goed dat er zo'n erkertje kwam. Die nicht, dus, stond verbaasd te kijken toen de hele straat gesloopt bleek. Een aardige nieuwe bewoonster, een lerares Frans aan het Amstellyceum, sprak mijn nicht aan en dat leidde tot een contact, waardoor mijn nicht op de hoogte gebracht werd van deze website en dit verhaal. En ik zal mijn broers en zussen hierover informeren.
Ik ga vlug eens kijken in het Amsterdams Historisch Museum.