Hoi Hannie, Ook ik was veel te bekennen op het Jodemanussie, alwaar het een prachtige plek was om veel te donderjagen. Ik zat in 1952-1954 op de VGLO school op de hoek Soembawastraat/Javastraat (het is inmiddels gesloopt), waar ik met nog meer gabbers na schooltijd menigmaal met een kattepult (Griekse Y) gewapend naar het kerkhof gingen. Waarbij we eerst nog geholpen werden door onze handarbeidmeester om die dingen te maken! Daar schoten wij dan op eenden, grote kraaien en menige karper die in die grote sloot tussen het Zuiderzeepark en het Jodemanussie zwommen.
Veel knokpartijen tussen de Boetonbende (omgeving van de Boetonstraat) en onze O.O.W/B.B.B... Onoverwinlijke Blanke Bloedbende uit de Soerabajastraat, alwaar ik toen woonde. Menigmaal kwam ik met een gat in mijn kop door die kattepultknikkers of kiezelstenen thuis. Kreeg ik ook nog op mijn sodemieter van mijn vader omdat ik te veel bloed op mijn kleren had!
En schatten zoeken... opgravingen van jewelste onder die grote schuinliggende stenen. Eigenlijk vonden we niets, maar daar leerden we wel zoenen en ondekken wat een meisje was. En we werden menigmaal door de politie van dat kerkhof opgepakt en meegenomen naar het bureau aan de Insulindeweg. Daar moesten wij dan strafregels schrijven met de woorden: "ik mag nooit meer op het kekhof spelen." En dat moest dan op je vrije schoolwoensdagmiddag 100x neerschrijven. Ja, ja...