Hans Krol

Ik ben in 1938 geboren en heb vanaf dat jaar t/m 1959 gewoond op het Pretoriusplein. Van de oorlogsjaren herinner ik me vrij veel, vooral van de hongerwinter in 1944. Het moet ook in dat jaar geweest zijn dat ik met een vriendje stond te praten in de Laing's Neckstraat en hij plotseling naar boven wees: "Kijk er komt een bom aan", zei hij. Het bleek een lege benzinetank te zijn die door een geallieerd vliegtuig gedropt werd. Iets te vroeg echter, want hij viel vlak voor de Paul Krugerschool en sloeg een groot gat in de straat. Ik rende de straat uit en vergat Ria de Haan met me mee te trekken (ik voel me daar nu nog lichtelijk schuldig over). Even later verschenen er een aantal mensen met kleine flesjes om de benzine op te zuigen uit de tank.
Ik heb altijd veel buiten gespeeld, als enig kind was er thuis niet zoveel te beleven. In de beginjaren '50 kregen we er op een goede dag een vriend bij, Zijpie noemden we hem. Het was jouw vader, Kees, hij werkte in de haven en was een geweldig fijn mens. Hij voetbalde met ons en ik herinner me dat we een aantal keren in het keukentje bij jou thuis gekaart hebben. Je moeder zette dan thee.
Jij was kennelijk toen al geboren, maar ik herinner me je niet, wel waren er 2 dochters. Als je vader nog leeft, herinnert hij zich mij misschien, of anders de tweeling Jan en Cor Ligthart Schenk, Rinus Neesman of Robbie Namink.