1 maart 1955 kwamen wij vanaf de Jacob van Lennepkade in
Amsterdam West in het Amsteldorp wonen. Ik was toen 7 jaar en gingen wonen Middelhoffstraat 7, één hoog. Dat is eigenlijk wel toepasselijk 7 jaar en nummer 7, maar dat bedenk ik me nu pas.
Mijn ouders hadden woningruil gedaan met de familie Houtlosser. Dat scheen hun zoon niet leuk gevonden te hebben, want hij kwam terug om met een paar vrienden stenen tegen onze ramen te gooien. Uit frustratie dat ie het buurtje moest verlaten.
Mijn ouders waren verstandige mensen. Zij reageerden niet, keken elkaar in de huiskamer even aan en tikten welvoeglijk met hun vinger tegen hun voorhoofd. Die jongen is niet helemaal fris, concludeerden ze zo voor zich heen.
Het is ook bij die ene keer gebleven.
Ach, ik kan het me wel indenken. Zo een opgeschoten jongen en dan bij je vrienden vandaan. Ik denk dat mijn 8 jaar oudere zus ook zoiets had. Niet dat zij met stenen tegen ramen ging gooien, maar zij was in die Constantijn Huygensbuurt opgegroeid, op school gezeten en had daar haar vriendinnen.
Maar voor mij ging er een wereld open. Echt waar. Mijn arme zus moest mij heel vaak op sleeptouw nemen en zo ging ik eigenlijk alleen maar met ouderen om.
En hier in de Middelhoffstraat, praktisch elk huis, beneden en boven, daar woonden kinderen van mijn eigen leeftijd.
De hele straat was erg kinderrijk en we speelden altijd buiten. Soms met je poppen (ik zei toch, het zijn wel heel jonge kinderherinneringen). Op het grasveldje bij de Hugo de Vrieslaan, maar pas op, als er een agent op een fiets voorbijkwam, en het was een kwaaie, dan ging je op de bon. En die bon bestond eruit dat je op je vrije woensdagmiddag op bureau Linneausstraat strafregels moest schrijven. Over de doodzonde die wij argeloze meiden hadden begaan, door in het gemeenteperkje te spelen.
Voor de rest was het verstoppertje, dievie met verlos, krijgertje ach ik zal het wel meer beschreven hebben, maar dat heb je met je ouderdom, dan verval je in herhalingen.
En dan had je de apekooi. Dat was dus op het Drieburgpad en bestond uit een aantal ruwe houten balken op elkaar in het zand. Daar kon je fijn spelen.
Ik hoorde op het 4 september loopje dat sommige kinderen daar niet eens naar toe mochten.]
Nou wij uit de Middelhoffstraat wel. Met de hele straat en dat waren echt heel veel kinderen ging je met een oud gordijn of zo voor op de grond met je poppen en je dinky toys en soms een fles met aangelengde limonadesiroop, naar de apekooi en waren de hele woensdag of zaterdagmiddag onder de pannen.
Ik heb het zelfs een keer gepresteerd om met Marianne de Bruin uit de Starrenboschstraat te spijbelen en op een middag lekker met zijn tweeën naar de apekooi te gaan.
Maar ik had pech. Net die middag bedacht mijn moeder die even naar de HEMA op de Linneausstraat was geweest, dat zij mij wel even langs kon halen.
Wat een pech en wat heb ik op mijn donder gehad.
Heel, heel veel jaren later, vertelde bij een familiebijeenkomst, mijn in Schagerbrug wonende nicht, dat Marianne de Bruin achter haar woonde en het over dat spijbelen had gehad.
We waren toen al dikke veertigers, wat een indruk had die pech gemaakt.
Ook herinner ik me nog dat mevrouw Peijnenburg met de hele straat, al die kinderen en met kleine Dita die pas twee was, naar Muiderberg ging. Met de bus en toen moesten we nog die lange zeeweg aflopen, mevrouw Peijnenburg met Dita op de arm.
Laatst had ik het er nog over met de Middelhoffkinderen van toen, maar niemand wist het meer precies, alleen Jopie Peijnenburg, herinnerde zich het opeens vaag, vooral die lange weg.
Met luilak mocht je gewoon 's nachts buiten, ook al toen je 8 was of zo, daar moet je nu toch niet meer aan denken. En dan haalden de Middelhoffkinderen behalve deurknoppen aan elkaar binden, en een familie pesten die je in pyjamabroek achternakwam rennen, allerlei streken uit.
Zelfs op de brandmelder gedrukt die in de Manenburgstraat stond.
En toch zijn we allemaal goed terecht gekomen.
Als kinderen van heden dit nu uithalen, worden ze bijkans gelijk naar de kinderpsycholoog gebracht, zijn ze crimineel of wat dan ook.
Voor mij is de jeugd nog precies hetzelfde met één verschil natuurlijk de computer.
En dat is ook gelijk het verschil tussen ons ouderen en tussen onze ouders op de leeftijd die wij nu hebben, want die hingen in ieder geval niet achter de pc.
Doeiiiiiiiiiiiiii
Constance Terlingen
---------------------------------------------------------------
Hoi Constance wat een leuk verhaal en je noemde de naam van Joop Peijnenburg die zat bij mij in de klas en woont hier in Purmerend en daar heb ik contact mee een leuke vent en dito vrouw waar ik het goed mee kan vinden .Eerdaags ga ik weer naar hun toe en zal ik het over jou hebben ,ook zal ik hem zeggen weer eens op het GVO te kijken dat doet hij volgens mij wel eens.Groetjes Ria
---------------------------------------------