Bunkertjes en Hollewijn

Auteur: Erik

Hi, Con,
De spoordijkbunkertjes kende ik als geen ander, stiekum kuchend de van m'n opa gejatte peuk oprokend tot je groen zag.
Vanuit de metro of trein zijn ze niet te zien, toen ook al niet, want er reed wel degelijk een trein naar Utrecht. (hoe komen anders bunkertjes in een spoordijk?)
Wel schrok je je het schompes als er een overheen donderde, maar vaker dan twee keer per uur zal dat in die tijd niet geweest zijn.
Met Hollewijn had ik overigens niets van doen; ik kleurde slechts tekenfilms in, maarrrrrr......

In de spoordijk richting Utrecht zat ooit een piepklein bunkertje,
Waar stoute meisjes kwamen, op zoek naar een klein hunkertje.
Plots werd de uitgang hen versperd, door vunze D.S. Kaan,
Die sprak: wat eens lusteloos hing, is plotseling gaan staan.
Kom help mij snel maar aan 't gerief, ik doe 't slechts voor de gein,
En denk gewoon dat je 't doet met Koning Hollewijn.

De hunkering was snel voorbij, wat dacht die vunzaard wel,
Want Hollewijn was van Toonder, dat wist dit meidenstel.
Een meiske gilde puur van schrik: de dochter van van Geenen,
Plots was daar pa, die zwaaide woest met grote winterpenen.
Van schrik plofte Kaan onderuit, kreeg 'n handgranaat in z'n anus,
Uit voorzorg alvast klaargelegd door onze ouwe Janus.

Alle rechten voorbehouden