Ajax en de band met de Watergraafsmeer (48)

Voetbal en stadswijken: een verbroken relatie.

Watergraafsmeer, de Meer, Ajaxstadion
AJAX Stadion De Meer Eretribune Jaren 60 .<br />Foto: Eigendom John Haen

AJAX Stadion De Meer Eretribune Jaren 60 .
Foto: Eigendom John Haen

Alle rechten voorbehouden

Titel van een onderzoek aan de Vrije Universiteit door Kees Rotgans, Roland de Weert en Gerhard Broers tijdens het werkcollege sportgeschiedenis door Prof. Dr. Th. Steven.
De periode omvat de jaren ’50 tot ’80.
Het onderzoek bestaat uit 3 delen: de Watergraafsmeer, AJAX en interviews met AJAX-fans.

Met dank aan Gerhard Broers voor het beschikbaar stellen van het resultaat van dit onderzoek.

De aanhang en hun AJAX

Voetbal in de Amsterdamse Watergraafsmeer gedurende de periode 1950-1970.

'In de sportwereld kenne men geen stand'. Uit 'Ajax clubnieuws' 15 februari 1920.

Verstandhouding van de Ajax-aanhang met de andere Amsterdamse clubs 1950-1968 (2).

Kwaliteit van het voetbal belangrijkste drijfveer.
Onomwonden verklaren de geïnterviewden dat één van de belangrijkste drijfveren om supporter van Ajax te worden de kwaliteit van het voetbal was. Hoewel hij oorspronkelijk uit een Blauw-Wit familie kwam kan Ron Sloep zich nog levendig herinneren wanneer hij voor het eerst gefascineerd raakte van het spel van Ajax: ‘Ik kan me de Pinkstertoernooien van Blauw-Wit in de jaren zestig nog goed herinneren. Er kwamen ook Engelse clubs. Mijn ouders waren gastouders voor 18 jarigen. Ajax en D.W.S. speelden ook altijd mee. Altijd op één van de bijvelden van het Olympisch Stadion. Er liepen daar veel scouts rond van Ajax. Mijn vader, mijn broertje en ik stonden de hele dag bij het veld, alle wedstrijden zagen we. Maar Ajax had het mooiste voetbal. Je vrat het. Het was de sport van de armen. Golfen daar hadden we nog nooit van gehoord. En paardrijden? Echt iets voor de rijken!’

Meer toeschouwers dan andere clubs.
De kwaliteit van het voetbal was dus van doorslaggevend belang. De club trok dankzij het aanvallende spel meer toeschouwers dan de andere clubs in Amsterdam. Verder had Ajax een eigen stadion, een betere scouting en een meer professionele organisatie. De fusie tussen Blauw-Wit en D.W.S. op 20 juni 1972 maakte de club nauwelijks aantrekkelijker.
Wim Croese weet zich te herinneren dat gedurende de gouden jaren van Ajax niet meer dan tussen de 7000 en 12000 man het stadion bezocht. ‘Bij FC-Amsterdam kwamen er toen veel minder. 2000 tot 3000 mensen. Het was een leuk elftal maar erg amateuristisch Het publiek gaf de bal terug als hij uitging. Ajax werd professioneel dankzij een unieke lichting van spelers als Cruijff, Swart, Nuninga, Keizer en natuurlijk Michels. Dat zorgde voor de verschuiving van semi-prof naar full-prof voetbal. Niet de elftalcommissie maar de trainer stelde het elftal op’.

Einde van het amateurvoetbal.
In deze paragraaf wordt nog eens duidelijk wat volgens de door ons geïnterviewde supporters het verschil maakte tussen Ajax en de overige Amsterdamse clubs. We kunnen aan de hand van deze interviews concluderen dat het voetbal van Ajax meer publiek trok dan het spel van de overige clubs. Verder had Ajax een eigen stadion en, nog niet eerder vermeld maar wel van belang, als enige Amsterdamse club, verlichting bij de trainingsvelden zodat de semi-profs ook ’s avonds konden oefenen. De goede organisatie die onder andere voorzag in een uitstekende scouting en jeugdopleiding maakte het verschil nog groter. Uiteindelijk komt het in het voetbal aan op de spelers en de trainer. Het toeval wilde dat er in de tweede helft van de jaren zestig een spelersgroep bij elkaar kwam die in staat bleek te zijn de wereldtop te bereiken. De man die dit alles mogelijk maakte was Rinus Michels de eerste Nederlandse hoofdtrainer van Ajax . Juist in een tijd van democratisering en inspraak trok hij de teugels aan. Het einde van het amateurvoetbal was in zicht. Terwijl Ajax zich ontwikkelde tot een professionele organisatie zakten de andere Amsterdamse clubs steeds verder weg.

••••••••••••••••••••••••••••••••••

► AJAX en de band met de Watergraafsmeer ◄

01 - Inleiding 02 - De Watergraafsmeer 03 - De Wetbuurt
04 - Rood en groen in Betondorp 05 - Een katholieke vesting 06 - Amsteldorp
07 - Tuindorp Frankendael 08 - Middenmeer 09 - Sportief Watergraafsmeer (1)
10 - Sportief Watergraafsmeer (2) 11 - Het ontstaan en de clubkleuren 12 - In Amsterdam Noord
13 - Het Houten Stadion 14 - In de Meer 15 - Het Olympisch stadion
16 - Ontwikkeling en Jack Reynolds 17 - Profvoetbal en de K.N.V.B. (1) 18 - Profvoetbal en de K.N.V.B. (2)
19 - Profvoetbal en de K.N.V.B. (3) 20 - De stap naar de eredivisie 21 - Het eind van de jaren '50
22 - Vic Buckingham 23 - Het opstaan van een profclub 24 - Rinus Michels (1)
25 - Rinus Michels (2) 26 - Rinus Michels (3) 27 - Financiële achterban
28 - De organisatie van een profclub 29 - Doorbraak van jonge talenten 30 - Doorbraak van jonge talenten
31 - Michels en Van Praag 32 - Michels' visie krijgt gestalte 33 - De eerste finale (1)
34 - De eerste finale (2) 35 - Topclub 36 - Goed fundament (1)
37 - Goed fundament (2) 38 - De F-side 39 - tante Sien
40 - De aanhang (1) 41 - De aanhang (2) 42 - De aanhang (3)
43 - De aanhang (4) 44 - De aanhang (5) 45 - De aanhang (6)
46 - De aanhang (7) 47 - De aanhang (8) 48 - De aanhang (9)
49 - Invloed media 50 - Verbroken relatie 51 - Wijkoverschrijdende functie
52 - Uitloop uit Amsterdam 53 - AJAXhoek en het AHM 54 - Sociale verbanden
55 - Uittocht en komst immigrant 56 - Michels, Cruijff en Koster 57 - Afscheid van De Meer
58 - Verbroken relatie door vertrek 59 - Interviews met supporters

••••••••••••••••••••••••••••••••••

Alle rechten voorbehouden

871 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe