Titel van een onderzoek aan de Vrije Universiteit door Kees Rotgans, Roland de Weert en Gerhard Broers tijdens het werkcollege sportgeschiedenis door Prof. Dr. Th. Steven.
De periode omvat de jaren ’50 tot ’80.
Het onderzoek bestaat uit 3 delen: de Watergraafsmeer, AJAX en interviews met AJAX-fans.
Met dank aan Gerhard Broers voor het beschikbaar stellen van het resultaat van dit onderzoek.
Mindere resultaten maar een goed fundament (2).
De grote Piet Keizer nam na een conflict met trainer Hans Kraay afscheid van het voetbal en Arie Haan vertrok naar Anderlecht, ook Rep vertrok.
Piet Keizer.
Keizer vertelt in een interview vlak nadat hij gestopt was het volgende: “Ik vind dat je voor profvoetbal, voor dat topvoetbal eigenlijk geen tevreden mensen moet hebben. Ze moeten een beetje min of meer ontevreden zijn, ze moeten niet te snel erg veel geld verdienen. (…) Eigenlijk vind ik profvoetbal geen sport meer. Het is een beroep dat met sport te maken heeft, dat de schutkleur van sport heeft aangenomen.” Keizer vertelde hier eigenlijk genoeg te hebben van het profvoetbal zoals Michels dat invoerde bij Ajax. Was Kraay werkelijk zo anders dan Michels? Keizer had ook nooit een goede band gehad met Michels. Keizer had genoeg van rendement voetbal, hij wou gewoon nog lekker een paar jaar voetballen, maar Ajax was een profclub geworden en eiste dat ook van haar spelers.
Jaap van Praag deed er alles aan.
Hoewel de prestaties minder waren zakte Ajax niet in elkaar. De club had een hardwerkende voorzitter in Jaap van Praag die er alles aan deed de club weer te laten opbloeien (hij probeerde zelfs Johan Cruijff terug te halen, wat in de jaren ’70 nog niet lukte). Er kwamen talentvolle jeugdspelers bij het eerste elftal uit de eigen jeugd en van andere clubs (Tsheu-la-Ling, Ton Wickel, Dick Helling en Geert Meijer en later Simon Tahamata). De scouting werkte goed. Er werden talentvolle buitenlandse spelers gekocht (Frank Arnesen en Soren Lerby). Rinus Michels werd teruggehaald door Van Praag, maar succes bleef aanvankelijk uit.
De overgangsjaren 1972-1973.
De seizoenen na 1972-1973 waren allen overgangsjaren tot 1976-1977 toen er weer wat gewonnen werd (het landskampioenschap). Met visie, goede scouting en gedegen financieel beleid bleef Ajax op de been. Toch werd de trainer die het kampioenschap bewerkstelligde Tomaslav Ivic ontslagen omdat hij te verdedigend speelde. Ajaxsupporters eisten het spel uit de succesperiode. Van de speelstijl van die ploeg mag niet afgeweken worden. Dat was in de jaren ’50 eigenlijk ook al zo. Verdedigend spelende coaches als Humenberger werden op de vingers getikt en gedwongen aanvallender te spelen. Toen was Reynolds model het voorbeeld, aan het eind van de jaren ’70 was dat het model van Michels geworden.
••••••••••••••••••••••••••••••••••
► AJAX en de band met de Watergraafsmeer ◄
••••••••••••••••••••••••••••••••••