Titel van een onderzoek aan de Vrije Universiteit door Kees Rotgans, Roland de Weert en Gerhard Broers tijdens het werkcollege sportgeschiedenis door Prof. Dr. Th. Steven.
De periode omvat de jaren ’50 tot ’80.
Het onderzoek bestaat uit 3 delen: de Watergraafsmeer, AJAX en interviews met AJAX-fans.
Met dank aan Gerhard Broers voor het beschikbaar stellen van het resultaat van dit onderzoek.
Het opstaan van een profclub.
De financiële achterban van Ajax.
In het seizoen 1965-1966 werden grote spelers gekocht. Co Prins, hij kwam terug uit Duitsland, Gert Bals van PSV en Henk Groot van Feyenoord. Henk Groot kostte Ajax 370.000 gulden en werd met hulp van bevriende zakenlieden gekocht.
Maup Caransa.
Ajax bleek gedurende de jaren zestig steeds in staat te zijn om goede spelers aan te trekken. Hoe financierde de club die aankopen zonder in problemen te komen? In de volksmond werd wel eens gesproken over ‘Caransajax’. Miljonair Maup Caransa zou een groot deel van zijn geld in Ajax gestopt hebben. Voorzitter Van Praag ontkende dit echter altijd. Volgens hem betaalde Ajax de transfers uit eigen middelen. Voorganger van Van Praag Melchers had financieel ook wel een gezonde club achtergelaten. In kas had de club een bescheiden miljoen gulden. Toch het bedrag dat voor Henk Groot werd betaald was zo hoog dat men het aanvankelijk niet bekend wilde maken.
'Troeteldiertje'
Caransa werd vaak gezien in en rond de Meer. Hij diende volgens van Praag echter alleen als een soort financieel adviseur. Wat de rol van Caransa precies is geweest is moeilijk te achterhalen. Van Praag ontweek altijd slim wat de rol van Caransa exact was. Bekend is wel dat Caransa een Ajaxfan was en ambitieuze plannen had met zijn ‘troeteldiertje’. Hij vergezelde het Ajaxbestuur ook wel eens tijdens uitwedstrijden. Salo Muller schreef in zijn boek dat in de wedstrijd in en tegen Liverpool ‘de heren Caransa’ meegingen. Wie die andere heer was is niet duidelijk geworden. Er was zelfs een plan van Maup Caransa om een groter nieuw Ajax stadion te bouwen in Buitenveldert. De Meer had een gebrek aan parkeerplaatsen, maar zat meestal wel vol. Van Praag meende dat het voor een Amsterdamse voetbalclub moeilijk was om constant veel toeschouwers te trekken. Hij wees vooral op andere clubs die in het Olympisch stadion speelden en waar soms maar vijfduizend man op de tribune zat. Bij Ajax was dit niet het geval, zelfs niet in de slechtere tijden van de club.
De gebroeders Freek en Wim van der Meijden.
Maup Caransa was niet de enige rijke zakenman die de club gesteund heeft. De gebroeders Freek en Wim van der Meijden steunden de club ook, vooral in de tijd voor Van Praag toen Melchers nog voorzitter was. Zij trokken vaak hun portemonnee bij de aanschaf van nieuwe spelers. Door zijn contacten in de bouwwereld hielp Freek, de invloedrijkste van de broers, menig speler bovendien aan woonruimte in of om Amsterdam. Dit blijkt zeer handig in een tijd van grote woningnood in de stad. De Van der Meijdens hadden veel contact met Van Praag. De achterban van Ajax wilde alleen niet dat ze lid van de club werden. Hun bedrijf was in de oorlog betrokken geweest bij de bouw van bunkers. Van Praag kon echter goed opschieten met de broers. En zo bleven de donateurs behouden voor de club zonder lid te worden. Ajax had een achterban die bereid was de club financieel te steunen. Niet onbelangrijk als je een kampioensploeg wil bouwen en een profclub op poten wil zetten.
••••••••••••••••••••••••••••••••••
► AJAX en de band met de Watergraafsmeer ◄
••••••••••••••••••••••••••••••••••