Het gezin van mijn opa en oma Koehof woonde al die jaren op de Kastanjeweg 22 III, hoek Vrolikstraat, en nadat de kinderen waren uitgevlogen en opa en oma waren overleden, woonde mijn broer er, eerst alleen en daarna met zijn gezin, het naambordje kon gewoon blijven hangen, hij is immers ook een Koehof!
Zelf woonde ik een poosje bij mijn broer in, precies in de koudste winter ooit!
(Lees hierover mijn verhaal De Tocht der Tochten in Amsterdam Oost).
Ik heb het daar nooit anders gekend dan met een fietsenstalling van de firma Bruikman beneden, maar vroeger was er een café. CAFÉ BILJARD 'DE AMSTELSTAD' , waarover mijn tante Roos het volgende vertelde.
Opa, die heel mooi kon zingen, met name 'de opera', werd regelmatig gevraagd om in het café op verzoek operaliederen uit zijn repertoire ten gehore te brengen, wat hij graag deed en het verdiende ook nog iets, wat zeer welkom was. Hij hoefde er bij wijze van spreken niet eens de deur voor uit, alleen vier trappen af en hij beloofde mijn oma een mooie ring als hij genoeg geld bij elkaar had gezongen. Maar oma, nuchter als ze was, wist beter en zei: "Geef mij maar een nieuwe keukenmat, die heb ik harder nodig". Opa kwam uit een kasteleinsgezin, zijn ouders hadden een café op de Oude Schans. Mijn overgrootmoeder werd derhalve in de familie 'Opoe Slokkie' genoemd en heeft in haar vruchtbare jaren maar liefst twintig kinderen het leven geschonken! Zo kon het gebeuren dat mijn tante Roos als klein meisje speelde met haar eigen 'ooms en tantes', die toen ook nog kinderen waren...
Mijn opa hielp als jonge man in het café van zijn ouders, ook toen hij al getrouwd was en zelf een gezin had.
Een broer van opa, oom Piet, woonde aan de Eikenweg en was een bekende 'biljartmeester', hij gaf biljartlessen en speelde wedstrijden, die hij natuurlijk meestal won. Als ik vroeger aan iemand vertelde dat ik 'Koehof' heette kwam vaak de vraag: 'van de biljartmeester'?
Jammer dat oom Piet vaak te diep in het glaasje keek. De volgende morgen was hij dan niet te genieten en daarom vluchtte mijn oudtante het huis uit. Voor koud en regenachtig weer had ze zo haar eigen oplossing, ze ging gewoon in de wachtkamer van de huisarts zitten en liet iedereen net zo lang voorgaan totdat ze dacht dat de kust wel weer veilig zou zijn...
We noemden haar 'tante Natuurlijk', omdat ze in een gesprek alsmaar zei: "natuurlijk, natuurlijk, natuurlijk," altijd drie keer, waar wij als kinderen dan natuurlijk om lachten. Ze verviel sowieso graag in herhalingen. Wanneer ze iets op de nieuwsdienst had gehoord of in de krant gelezen, wilde ze dat met oma bespreken en moest ze de vier hoge trappen opklimmen terwijl ze steunde: 'Ant, Ant', (zo werd oma genoemd) 'wat een toestand, wat een toestand'. En dat net zo vaak tot ze eindelijk boven was.
Het biljarten zit overigens in de familie, mijn vader heeft tot op zeer hoge leeftijd wedstrijden gespeeld en mijn oudste broer John, inmiddels alweer 79 jaar, is ook wat je noemt een 'biljartmeester'. Hij speelt wedstrijden en arbitreert.
Nee, achter de geraniumzitters waren en zijn het niet bij de familie Koehof.
Maar waar dit hele verhaal nu om draait, is dat ik uit de nalatenschap van mijn tante Roos deze foto kreeg en wie schetst mijn verbazing dat dit een foto is van 'Café Biljard DE AMSTELSTAD' aan de Kastanjeweg 22, waar ze 'Koninklijk Bier' verkochten!
Uit welk jaar de foto is weet ik niet precies en wat die mijnheer bij de muur in de Vrolikstraat verkoopt kan ik helaas niet ontcijferen.
Ik heb een vraag gesteld aan het Stadsarchief van en tot wanneer het café daar gevestigd is geweest.
Anneke Koehof ©
2019
ov
Mijn verhalen over de Kastanjeweg
Lees ook: Mijn opa zong de opera
Lees ook: De ronde van de Oosterparkbuurt
Lees ook: Glijdend Terug naar Oost
Lees ook: De Tocht der Tochten in Amsterdam Oost
Lees ook: Afscheid van Oost
lees ook: HET TASJE VAN OMA
lees ook: De beeldjes in de buffetkast