Meld je aan

Rembrandt van Rijn

Schilderen voor de massa

De Leidse schilder Rembrandt van Rijn (1609-1669) was ambitieus. Vanaf 1625 was hij daarom steeds vaker in Amsterdam te vinden. Daar woonden namelijk de grote opdrachtgevers.

Rembrandt had goed gegokt. Zijn talent werd ontdekt en op waarde geschat. Hij deed goede zaken in zijn schildersfabriek aan de Jodenbreestraat, nu het Rembrandthuis. Schilderijen waren namelijk in. Veel rijke tijdgenoten wilden graag een portret aan de muur; van zichzelf, samen met hun echtgenote of met hun collega's. 'De Nachtwacht' was zo'n groepsportret, van de leden van de schutterij. De schutters waren de trotse beschermers van de rust en orde in de stad, en die lieten graag zien hoe belangrijk zij waren.

Er bestond een enorme handel in schilderijen. Landschappen, mythologische voorstellingen, religieuze afbeeldingen: alles kon op bestelling geschilderd of getekend worden. Alleen al in Amsterdam waren er zo'n 175 kunstschilders aan het werk. Ook gewone burgers hadden schilderijen aan de muur. Een Jan Steen of Rembrandt was ook toen al aardig aan de prijs, maar het werk van een minder bekende collega of een snel geschilderde kopie was voor velen bereikbaar. Geschat wordt dat er in de Nederlanden in de zeventiende eeuw ruim vijf miljoen schilderijen geproduceerd werden. Het schilderij was een echt massaproduct.

De schilderijen van Rembrandt waren trouwens ook niet altijd even duur. Toen het hem goed ging, kon hij hoge prijzen vragen. Nadat hij in 1654 in opspraak raakte, werd dat wat lastiger. Kort daarna ging hij zelfs failliet. Pas na zijn dood werd hij gezien als een van de belangrijkste schilders die Nederland ooit gehad heeft en zijn zijn schilderijen niet meer te betalen zó duur.